De jaarlijkse Trefdag van Attent - Netwerk voor maatschappelijke inzet van het bisdom Antwerpen- was dit jaar op 14 mei. Hij maakte indruk door de sterke inhoudelijke bijdragen.

 

De voormiddag stond volledig in het teken van de encycliek Fratelli Tutti, waarbij Franciscus’ oproep voor “de wedergeboorte van een universeel ideaal van broederlijkheid” (FT 8) de volle aandacht kreeg. 

 

 

 

Virtueel of potentieel?

Na een inleidend woord van Luc Braeckmans, voorzitter van Attent, werd het spreekgestoelte gegeven aan Mgr. Bonny. In zijn openingswoord “Fratelli Tutti: virtueel of potentieel?” onderstreepte de bisschop de unieke rol die paus Franciscus in onze tijd speelt. “Het mooie van Fratelli Tutti is dat de paus één van de weinigen is die zich kan richten tot álle mensen van goede wil (…) Hij kan het doen op een manier die alle mensen, alle geloofsovertuigingen, alle politieke partijen kan aanspreken – het is een tekst die je aan iedereen kan geven.” Bij het lezen van de encycliek duikt echter meteen een zorg op: is dit slechts een mooi christelijk visioen over wat zou moeten worden, maar wat er in deze wereld niet kan uitkomen? Wat is de haalbaarheid hiervan? Mgr. Bonny gebruikte krachtige taal voor dit gevoel: “Het zou een ‘mirakel’ zijn als dit tot stand komt”.

“Christenen staan zo in de wereld dat ze soms een tegenwerping moeten brengen, tegen de stroom ingaan, een contrastgemeenschap moeten zijn - niet om iets abnormaals neer te zetten, maar juist om het normale weer normaal te doen zijn” – Mgr. Bonny

artikel johan bonny1Het hart van de kwestie voor Mgr. Bonny is dat wat de paus ons in Fratelli Tutti voorhoudt niets buitenissigs is, maar juist het door en door normale: “In een normaal mirakel herstelt Jezus de normaliteit van de dingen, niet de abnormaliteit. De verlamde die opnieuw kan stappen is herstel van de normaliteit, is het gewone weer kunnen doen. (…) Heel het verhaal van Fratelli Tutti heeft zoiets: dit is zoals het door God bedoeld is, zoals de grote meerderheid van mensen in de wereld erop zit te wachten – meer mirakel hebben we niet nodig”. De wereld weer laten worden zoals die bedoeld is: dat is het doel. Dat de weg daar naartoe inspannend en bezaaid met hindernissen is, geeft de bisschop grif toe: “We hebben daarvoor kracht van God nodig: op eigen menselijke kracht halen we het niet”. Bovendien, vult Mgr. Bonny aan, kruist Franciscus in zijn encycliek aan dat de Kerk zich daarin niet mag isoleren: “Zij is door de eeuwen heen aanwezig op praktisch elke plaats – dit is wat ‘katholiek’ nu eenmaal betekent. (…) Want alles wat menselijk is, is onze zorg. (…) Overal waar mensen samenkomen om rechten en plichten van de mens op te stellen, zijn we vereerd als ze ons in hun midden toelaten” (FT 278).

  

“Dit is een authentieke, onderbouwde visie over waar de mensheid naar toe zou kunnen gaan (…) dit is niet virtueel, maar potentieel” – Mgr. Bonny

 

Vrede beoefenen is een kunst

artikel verstraetenJohan Verstraeten, voorzitter van het NRV, opende zijn presentatie “Fratelli Tutti: pleidooi voor universele broederschap” met aandacht voor de universele houding van de paus. “Uit de encycliek blijkt zijn enorme oecumenische en interreligieuze houding: hij verwijst naar de joodse traditie, de Talmud, rabbi Hillel; de grootimam Ahmad al Tayyeb; de protestantse filosoof Ricoeur, Martin Luther King, Mahatma Gandhi (…) Fratelli Tutti is een goed voorbeeld van open katholicisme.” Oog voor joodse achtergronden – en Ignatiaanse spiritualiteit – heeft de paus ook in zijn bezinning op de parabel van de barmhartige Samaritaan in hoofdstuk twee. De kern van Franciscus’ boodschap hier, beklemtoonde de NRV voorzitter, “is het gebod onszelf tot naaste van de ander te maken, en dit is de naaste zonder grenzen; wij moeten ons tot naaste maken van élk mens (…) De parabel toont ons “door welke initiatieven een gemeenschap kan worden opgebouwd, dankzij mannen en vrouwen die zich openstellen voor de kwetsbaarheid van de ander” (FT 67). De motivatie om iedereen te beminnen en gastvrij te onthalen, geldt ook voor iedereen die we niet zien – mensen die we alleen tegenkomen doorheen de structuren.”

 

“De kern van Frattelli Tutti is: het geloof in God als schepper van alle mensen en de erkenning van de inherente waardigheid van elke mens, heeft concrete gevolgen voor beslissingen in het politieke, sociale en economische leven” – Johan Verstraeten

Johan Verstraeten laste in zijn presentatie een bijzonder onderdeel in over “vrede – naar een vernieuwde ontmoeting”, in verbinding met hoofdstuk zeven van de encycliek. Vrede – zo lezen we daar – vraagt geduldig werken, waarin de waarheid wordt gezocht en waarin men de herinnering aan de slachtoffers eert. “Eén van de oorzaken van de Oekraïense oorlog”, verduidelijkte de NRV voorzitter, “één van de redenen dat ze zo kwaad zijn, is dat in de schoolboeken niet meer wordt behandeld wat Stalin in Oekraïne heeft aangericht. Zonder zoeken naar de historische waarheid kan er geen vrede zijn.” Vrede vraagt ook om vergeving. Maar openstaan voor vergeving betekent niet straffeloosheid – Franciscus die zoveel de nadruk legt op de liefde, verbindt dit tegelijk voortdurend met rechtvaardigheid. De emeritus professor knoopte hieraan een korte beschouwing over de ‘architectuur’ en het ‘artisanaat’ van de vrede. Vrede vraagt enerzijds om een “architectuur”: we hebben diplomaten nodig, internationale instellingen en oplossingen – dit is zeer belangrijk. Wat daarnaast ook nodig is een “artisanaat” van de vrede: de kunst van het vredevol met elkaar omgaan, waarin ieder van ons een rol kan – en moet – spelen.

““Leven is de kunst van de ontmoeting” (…) Dit is typisch Franciscus: we moeten de verschillen erkennen, en in plaats van te zoeken naar wat ons scheidt, moeten we vooral zoeken naar wat ons verbindt - en waar we voor staan” – Johan Verstraeten

 

Kritisch durven kijken naar structuren

Na deze uitdieping van thema’s in Fratelli Tutti, werd tijd ingelast voor werkwinkels. Eefje van der Linden, protestants theoloog, stond stil bij “Migratie, diversiteit en gastvrijheid” in de veelkleurige Protestantse Rabotkerk. Johan Verstraeten verduidelijkte “Waarom naastenliefde ook om politiek vraagt”. Gie Goris, in aansluiting bij de inzichten van Albert Nolan, bracht een analyse “solidariteit is niet vrijblijvend”.

Zelf sloten wij aan bij de werkwinkel over politiek. Tijdens dit uur schetste Johan Verstraeten hoe belangrijk politiek handelen is voor de diaconie, waarna hij de deelnemers liet vertellen over hun diaconaal engagement en hun ervaringen met het politieke forum. In Fratelli Tutti noemt Franciscus de politieke actie die het algemeen welzijn behartigt, één van de kostbaarste vormen van naastenliefde. Deze politieke zijde van diaconie mogen we niet verwaarlozen, onderstreepte de NRV voorzitter: “We moeten opletten met alles te reduceren tot pure liefdadigheid. (…) Wie zich het lot aantrekt van mensen in nood, komt te staan voor de vraag: zijn de structuren waarin mensen zich bevinden rechtvaardig of niet, en wat kunnen we daaraan doen?” Aan de positieve zijde, bijvoorbeeld, is het verschil dat structurele solidariteit (herverdeling tussen de bevolking op basis van verplichte bijdragen) maakt voor het sociale welzijn, enorm.

“Op het einde der tijden zal God misschien eerder vragen: heb je je belastingbrief eerlijk ingevuld? Heb je als ondernemer je sociale bijdragen betaald? Want deze structurele solidariteit is voor veel meer mensen het verschil tussen menswaardig kunnen leven of niet” – Johan Verstraeten (naar Paul Ricoeur)

Aan de negatieve zijde moet het kritische vragen oproepen, bijvoorbeeld, wanneer mensen met een beperkt inkomen geen woning kunnen vinden. Twee essentiële stappen in dit veld zijn daarom de waarom-vraag durven te stellen (welke structuren dragen ertoe bij dat de situaties van kwetsbare mensen zo zijn?) en advocacy, pleitbezorger worden (zaken op de politieke agenda krijgen, kritisch zijn voor gebezigde politieke standpunten, enz.).

Een plenaire ronde “Ontmoeting is het gesprek aangaan”, op basis van vragen van de aanwezigen, rondde het inhoudelijk gedeelte van de Trefdag af.