In samenwerking met de bisschoppen, startte NRV-Ecokerk een sensibiliserend en ondersteunend project voor het duurzaam maken van kerkelijk vastgoed.

Met deze pagina’s richten we ons in de eerste plaats naar de kerkelijke vzw's en stichtingen die gebouwen bezitten. 

Het gaat zowel om huurwoningen als om gebouwen die worden gebruikt door lokale groepen en sociale initiatieven, zoals: parochiecentra, vergader- en feestzalen, jeugdlokalen, sociale centra, tweedehandswinkels voor kwetsbare gezinnen, bezinningscentra, enz...

Heel wat groepen maakten eerder al duurzame keuzes voor hun gebouw. We zetten ze hier graag in de kijker.

 

Snel naar:


 

 

Wat?

profielfoto Hannah 2022 500pxWe verzamelen handige wegwijzers naar de huidige wetgeving, bestaande expertise, mogelijke subsidiekanalen, good practices en aanvullende informatie.

Ga alvast naar de Wegwijzers duurzaam vastgoed voor het Vlaams Gewest en voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

We zijn ook geïnteresseerd in jouw ervaringen. Vul onze enquête in. Zo begrijpen wij steeds beter wat kansen en uitdagingen zijn en help je ons om onze ondersteunende rol beter te vervullen.

Heb je een vraag? Contacteer Aletta Rambaut, die binnen NRV-Ecokerk verantwoordelijk is voor het project.

 

Deze pagina’s zijn niet bedoeld voor:

Kerkgebouwen

  • Voor Kerkfabrieken en Centrale Kerkbesturen hebben we een aparte pagina die we ook up to date houden.
  • Voor kerkfabrieken die niet enkel een parochiekerk beheren, maar ook ander vastgoed in eigendom hebben, zoals woningen of parochiezalen, zal de informatie die we hier verzamelen, evident wél van toepassing zijn. Maar anders dan vzw's of stichtingen, moeten kerkfabrieken hun beleid afstemmen op de toezichthoudende overheden, zoals het gemeente- of stadsbestuur die de meerjarenbegrotingen goedkeuren en mee de prioriteiten bepalen.

Instituten zoals scholen of zorginstellingen, die gebonden zijn aan de wet op overheidsopdrachten.

  

 

Zorgnet-Icuro

ondertekening klimaatengagementen met minister Vandeurzen

 
  

 

Klimaatscholen 2050

Katholieke scholen gaan voor zonnepanelen en energiebesparing

 
  

 

Kerkfabrieken en Centrale Kerkbesturen

 
 

 

 

Waarom?

Met ons project willen we bijdragen aan de duurzame en klimaatbestendige wereld van de toekomst.

Alles is met elkaar verbonden

Doorheen de jaren is vanuit het Netwerk Rechtvaardigheid & Vrede de aandacht voor de klimaatproblematiek, integrale ecologie en duurzaamheid gegroeid. Het werd een belangrijke extra dimensie bij het structureel werken aan rechtvaardigheid en vrede, en kreeg gestalte in de werking van Ecokerk. Ecologie is immers niet los verkrijgbaar: de schreeuw van de aarde en de schreeuw van de arme zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het bestuur van NRV zet ook vandaag in op een sociaal rechtvaardige klimaattransitie. Het project rond duurzaam vastgoed is daar een concretisering van. Klimaatneutraal leven en wonen maakt deel uit van de veranderingen die nodig zijn om onze toekomst te redden.

 

Ik7mee staand 300px#ik7mee

Het project kadert in de campagne 'Met een 7-sprong naar integrale ecologie'.

Het klimaatbestendig maken van ons vastgoed, is een manier om te werken aan de 7 Laudato Si’-doelen en de pauselijke oproep om op 7 jaar tijd volledig duurzaam te worden in de geest van Laudato Si’.


Charter goed kerkelijk beheerCharter van goed kerkelijk beheer

Met het vernieuwd charter van goed kerkelijk beheer, verankeren de Belgische bisschoppen integrale ecologie in hun beleidskeuzes en hun richtlijn voor aan al wie in de Kerk verantwoordelijkheid draagt voor het materiële en financiële beheer.

Ook voor het beheer van het onroerend patrimonium: "Ecologische en duurzame principes dienen het beheer van de onroerende goederen te schragen. De encycliek Laudato Si’ wijst hierbij de weg. De aanwending van hernieuwbare energiebronnen, de hiermee gepaard gaande reductie van vervuilende uitstoot (fossiele brandstoffen), energiebesparende ingrepen en maatregelen, en het streven naar klimaatneutrale gebouwen worden, binnen het regelgevende kader, de norm."


Europese Green Deal

De Europese Unie lanceerde eind 2019 de Europese Green Deal, met het voornemen om tegen 2050 volledig klimaatneutraal te zijn, en om tegen 2030 de uitstoot van broeikasgassen met 55% terug te dringen.

Het beleid is opgenomen in een bindende klimaatwet. Het pakket maatregelen met de naam 'Fit for 55', krijgt steeds verder vorm. Dit alles past in de uitvoering van het Akkoord van Parijs, en is de EU-bijdrage om de temperatuurstijging op aarde te begrenzen op 1,5 °C.

Een belangrijke nadruk ligt op transport en gebouwen: de ETS-regels (waarbij je moet betalen voor uitstootrechten) zullen vanaf 2027 ook een versie krijgen voor wegtransport en de verwarming van gebouwen.

In het kader van 'Fit for 55', besliste de Europese Commissie in oktober 2022 tot verstrengde regels voor de energieprestatie van gebouwen. Alle nieuwe gebouwen moeten tegen 2030 emissievrij zijn en de bestaande gebouwen moeten het worden tegen 2050. Er is dus een grote verplichte renovatiegolf op komst, en het is best om die trein niet te missen. Deze Europese regels worden omgezet in nationale regelgeving.

 

 

De toekomst van ons vastgoed

De thuisbasis van een schat aan gemeenschapsleven...

  

 

Parochiecentrum Sint Martinus Westmalle

Parochiezaal St. Martinus Westmalle

 

Tot in het kleinste dorp, vertellen vergaderlokalen, parochiezalen en jeugdlokalen het verhaal van decennia aan boeiend gemeenschapsleven. De parochies, het jeugdwerk en het verenigingsleven van volwassenen, brengt mensen bij mekaar, organiseert tal van activiteiten en vormt het cement van onze samenleving. De gebouwen zijn niet zelden opgetrokken door vrijwilligers, en worden gratis of tegen een bescheiden vergoeding gebruikt door het lokaal verenigingsleven. Onderhoud en herstellingen worden bekostigd door de opbrengsten van parochiefeesten, de verhuring van de feestzaal en de drankverkoop in cafetaria of café.

Niet al deze gebouwen zijn eigendom van een kerkelijke vzw of stichting: soms zijn ze eigendom van de kerkfabriek, zoals het voorbeeld van het parochiecentrum Sint Martinus Westmalle toont. 

De voorbije decennia werd het patrimonium soms nog uitgebreid door een voormalig schoolgebouwtje of kloosterpand. Ze bieden onderdak aan sociale initiatieven, zoals een Welzijnsschakel of een voedselbank, of zijn in gebruik als catecheselokaal, voor vrijwilligers die huiswerkbegeleiding doen, voor de opvang en omkadering van vluchtelingen, als repetitieruimte voor een muziekgroep, enz...

Tenslotte hebben heel wat kerkelijke vzw's of religieuze congregaties (net zoals ook kerkfabrieken) wooneenheden die ze aanbieden op de sociale woningmarkt. Ze geven mensen met lage of gemiddelde inkomens de mogelijkheid om een fatsoenlijke woning te vinden tegen een aanvaardbare prijs.

...bezorgt de eigenaars vandaag kopzorgen...

Vandaag blijven de verwachtingen van de gebruikers van de gebouwen groot, maar de eigenaars botsen tegen een gewijzigde situatie.

  • Door herstructurering van parochies, speelt een stuk van het parochieleven zich niet langer onder de aloude kerktorens af, maar onder die van de federatie, pastorale eenheid of nieuwe parochie. Welke gebouwen hebben de nieuwe parochiestructuren nodig voor hun toekomstige werking? En welke niet (meer)?
  • De vrijwilligersploegen die aan het roer stonden van vele naoorlogse initiatieven, zijn klein geworden. Oudere medewerkers zien niet veel instroom van jonge vrijwilligers die de werking willen overnemen. Is het dan wel zinvol om die werking overeind te houden? Of is het tijd voor iets totaal nieuws?
  • Veel gebouwen zijn oud en niet aangepast aan een toekomst zonder uitstoot van broeikasgassen. Ook als ze goed onderhouden werden, zijn belangrijke ingrepen nodig om ze emissievrij te maken. Zijn de gebouwen nog een renovatie waard? Of moeten we denken aan nieuwbouw? En zijn de huidige en toekomstige gebruikers bereid om een hogere bijdrage voor gebruik of een toegenomen prijs voor verhuring te betalen? 
  • Blijven we bij een gebruiksovereenkomst of verhuring? Wanneer is het aangewezen om vaste gebruikers ook verantwoordelijk te maken voor het onderhoud en/of de renovatie van het gebouw, via een erfpacht of recht van opstal? 
  • ...   

...maar ook een nieuw, uitdagend en wervend perspectief!

Bij de vraag naar het investeren in de ecologische duurzaamheid van onze gebouwen, loont het de moeite om niet enkel uit te gaan van de verderzetting van de vroegere activiteiten, maar om creatief na te denken over een vernieuwde toekomstige invulling. Hoe dragen ze bij aan de pastorale en diaconale noden van onze tijd? Kunnen ze zorgen voor nieuwe vitaliteit in de lokale kerkgemeenschap en samenwerking met initiatieven in de ruimere samenleving?

Wat hebben we nodig voor ‘nieuwsoortige’ christelijk geïnspireerde activiteiten, waarbij we "in dialoog met de hele menselijke familie" werken aan integrale ecologie, en de 7 Laudato Si’-doelen

Kan ons gebouw een werkplaats zijn om -zoals de oproep voor de missionaire optie in Evangelii Gaudium klinkt- “alles te transformeren, zodat de kerk haar gebruiken, haar manieren van handelen, haar tijdschema’s en agenda’s, haar taal en structuren op een gepaste manier kan kanaliseren voor de evangelisatie in plaats van te zorgen voor haar zelfbehoud.” (EG 27)

Via de samenwerking of cohousing met initiatieven in de samenleving kunnen we handen en voeten geven aan de oproep tot broederlijkheid en sociale vriendschap van Fratelli Tutti: “Laten wij dus dromen, als één enkele menselijke familie, als medereizigers uit hetzelfde vlees en bloed, als kinderen van dezelfde aarde die ons gemeenschappelijke huis is, ieder van ons met de rijkdom van zijn of haar geloof en overtuiging, ieder van ons met zijn of haar eigen stem, allemaal broeders en zusters!” (FT 8)

 

 

Enkele voorbeelden

Enkele goede voorbeelden van zo'n vernieuwde invulling, worden momenteel gerealiseerd.

  • In Harelbeke wordt druk nagedacht over de ontwikkeling van de site van het Augustinessenklooster dat eigendom is van de dekenale vzw van Dekenaat Kortrijk. In het toekomstige Stadsklooster De Bron wordt uitdrukkelijk gekozen voor een brede en diverse samenwerking, met allerlei kerkelijke en niet-kerkelijke partners. De initiatiefnemers willen dit nieuwe stadsklooster in de geest van Laudato Si vormgeven.

  • De vernieuwde parochiekring in Lochristi wordt een energieneutraal gebouw. Dit past in een denkoefening rond de 7-sprong naar integrale ecologie die de werkgroep Ecokerk van de H. Bavoparochie opstartte met de parochieteams en de kerkfabrieken.

  • Met 'De Kantelstek' en 'Kantelwonen' investeert Welzijnsschakel Kantel in Brugge St.Kruis-Damme-Sijsele in een ecologische renovatie en herbestemming van 't Couvent, een voormalig klooster in Male-St-Kruis.

  • Voor de Sint-Michielsbeweging hangt integrale ecologie onlosmakelijk samen met hun werking. Dat vertaalt zich ook in verduurzaming van hun gebouwen.

  • Op de Sint-Annasite in hartje Anderlecht wordt een voormalig ziekenhuis gerenoveerd en omgevormd tot een 'sociaal dorp', met 51 wooneenheden en een waaier van sociale diensten voor kwetsbare groepen in de samenleving.

  • In Leuven moet het gebouw waarin de Zusters van Maria wonen, aangepast worden aan het afnemend aantal en de toenemende leeftijd van de zusters. In samenwerking met de koepelorganisatie Zorggroep Eclips vzw hebben ze gekozen voor een duurzaam project zodat het klooster na de werken zonder bijkomende aanpassingen geleidelijk aan kan worden ingenomen door niet-religieuzen.


  

 

Stadsklooster De Bron - Harelbeke

Stadsklooster Harelbeke - Foto: ©kon Fotoclub Diafo Harelbeke

 
  

 

H. Bavoparochie - Kanaalzone, Lochristi, Wachtebeke

 
  

 

Welzijnsschakel Kantel Brugge-St Kruis, Sijsele, Damme

Welzijnsschakel Kantel

 
  

 

Sint-Michielsbeweging

Jongeren geven spiritualiteit handen en voeten

 
  

 

Sint-Annasite Anderlecht

Historische hoofdingang van de Sint-Annasite - foto:©Ecokerk

 
  

 

Zusters van Maria Leuven

een gedeelte van het kloostergebouw

 

 

 

Een klimaatneutraal en duurzaam gebouw: wat bedoelen we?

We hebben een bestaand pand of we willen er een bouwen, en we hebben mooie ideeën voor het (toekomstig) gebruik.
We zijn zinnens om een grote investering te doen, en liefst zijn we daarna voor vele jaren goed. We willen niet over één nacht ijs gaan. Als we willen nadenken over de duurzame en uitstootvrije toekomst van ons gebouw, weten we dus best wat daaronder allemaal kan begrepen worden.

Spontaan komen enkele elementen van duurzaamheid bovendrijven: energieprestatie, verwarming zonder fossiele brandstoffen, eigen stroomproductie, opvang en gebruik van hemelwater, enz...

Maar voor wie wat verder nadenkt, komen nog heel wat andere onderwerpen bovendrijven: bereikbaarheid met openbaar vervoer, toegankelijkheid, akoestisch comfort, ventilatie, koeling, lichtinval, ecologische en circulaire bouwmaterialen, hergebruik van materialen, onderhoudsvriendelijke inrichting, aanleg van een biodiverse tuin, enz...

Voor zo'n totaaloverzicht van duurzaamheidskenmerken, bestaat een handige instrument: GRO.

Wat is GRO?

GROGRO is een vrij te downloaden instrument om de duurzaamheid van bouwprojecten te meten en te vergroten. Het bevat een overzichtelijke handleiding, en heel wat bijlagen, waaronder checklists voor duurzaamheidscriteria en rekenbladen.

GRO is géén afkorting. Het is een Noorse meisjesnaam en betekent “groei”. Dit duurzaamheidsinstrument werd genoemd naar de Noorse ex-premier Gro Harlem Brundtland, die voorzitter was van de VN-commissie “World Commission on Environment and Development” en die in 1987 het rapport “Our Common Future” uitbracht.

Waarom zouden we kiezen voor GRO?

  • GRO kan zowel door opdrachtgevers als door architecten gebruikt worden tijdens de verschillende fases van een project. Het is zowel geschikt voor nieuwbouw als voor renovatie of een herinrichtingsproject van bestaande gebouwen.
  • Bovendien is GRO geschikt voor zowel kleine als grote projecten. Je beslist gewoon zelf wat voor jouw project van toepassing is, en wat niet.
  • Je kan ook beslissen om enkel de handleiding te gebruiken ter inspiratie. Ze bevat een handig overzicht van de verschillende duurzaamheidsaspecten waarmee je rekening kan houden.
  • Je kan natuurlijk verder gaan, en ook de bijlagen gebruiken, al zijn die eerder voer voor specialisten. Het loont de moeite om je architect te vragen om de bijlagen te gebruiken tijdens het ontwerpen van een plan.
  • GRO wordt ook gebruikt voor overheidsopdrachten, zowel in Vlaanderen, Wallonië als Brussel. Het is dus een gekende tool. Misschien zijn mensen in jouw groep of jouw architecten er mee vertrouwd.
  • GRO heeft een open source licentie, en mag dus gebruikt, gedeeld en verspreid worden, mits het in acht nemen van enkele voorwaarden.

Download de handleiding

Download de hele GRO-tool met alle bijlagen (ZIP-file)

Naar de GRO-website

 

 

Erfpacht en Recht van opstal:
nieuw goederenrecht ondersteunt duurzaam patrimoniumbeheer

Een aantal kerkelijke vzw's of stichtingen bezitten gebouwen die via een erfpacht of recht van opstal voor langere tijd worden overgedragen aan een gebruiker (persoon of rechtspersoon). Meestal is dat een vzw, bvb een jeugdbeweging, een Welzijnsschakel, een sociaal initiatief...
In een aantal gevallen is dat vandaag nog niet zo, maar overweegt men om het in de toekomst zo te doen, als strategie in het partrimoniumbeheer.

Op 1 september 2021 is het nieuwe goederenrecht in werking getreden. Daar horen ook een aantal wijzigingen bij die een modernisering inhouden van het recht van opstal en erfpacht. En die ondersteunen het investeren in duurzaamheid van de gebouwen.

 

Recht van opstal en erfpacht

Bij een recht van opstal krijg je de mogelijkheid om te bouwen op een grond die niet van jou is. Het gebouw zelf is dan jouw eigendom, en je moet er ook de verschuldigde belastingen op betalen, maar de grond waarop je bouwt is en blijft de eigendom van de eigenaar.

Bij erfpacht heb je over het gebouw én de grond alle rechten. Gedurende de afgesproken termijn kan je doen alsof je eigenaar bent, met de lasten (belastingen, herstellingen...) en lusten die dat meebrengt. Je mag bouwen, afbreken, verbeteren, beplantingen aanbrengen… zonder dat de eigenlijke eigenaar daar toestemming voor moet geven. Je enige verplichting is de eigendom na het aflopen van de erfpacht terug te geven in dezelfde of evenwaardige staat als waarin je het hebt gekregen.

Zowel voor de eigenaar (erfpacht/opstalgever) als voor de gebruiker (erfpacht/opstalnemer) zijn het voordelige constructies. Voor de gebruiker omdat hij nooit de grond moet aankopen waarop het gebouw staat. En voor de eigenaar omdat hij -anders dan bij verhuring- niet moet instaan voor de eigenaarskosten van het pand gedurende de periode waarin de overeenkomst loopt.

Nieuwe regels

In het nieuwe goederenrecht

  • kan een opstalovereenkomst afgesloten worden voor een periode van 0 tot 99 jaar, een erfpacht is voor minstens 15 jaar en voor niet langer dan 99 jaar.
  • is de eigenaar verplicht de meerwaarde van alle werken en gebouwen die op het terrein geplaatst werden, te vergoeden aan de werkelijke waarde op het moment waarop het contract eindigt. Bij erfpacht moeten ook de aangebrachte beplantingen op het terrein vergoed worden.
  • verdwijnt de verplichting om een 'canon' of vergoeding (jaarlijkse pacht) te bepalen die de erfpachtnemer moet betalen aan de eigenaar.
    Zo'n vergoeding afspreken kan dus nog steeds, maar het moet niet meer. Erfpacht kan ook kosteloos worden aangegaan.

 

Waarom ondersteunen die regels de verduurzaming van het vastgoed?

De oude wetten over erfpacht en het recht van opstal werden gemaakt in 1824. Een tijd waarin er weinig of geen bouwvoorschriften waren en er dus geen nood of intentie bestond om tussentijds zwaar te investeren in de opgerichte gebouwen. Opstalrechten of erfpachtrechten werden vaak slechts voor 30 jaar verleend, vanuit deze oude visie. De erfpacht/opstalhouder kreeg de mogelijkheid om in die periode te bouwen en de investering boekhoudkundig af te schrijven zodat de gebouwen na afloop kosteloos aan de eigenaar konden worden overgedragen. Uiteraard hadden de gebouwen in werkelijkheid nog een restwaarde, maar die werd niet in rekening gebracht.

Die oude logica heeft geen uitstaans meer met de huidige visie op patrimoniumbeheer. Het beheren van een gebouw betekent, dat er moet geïnvesteerd worden in verbetering en duurzaamheid. Zo moet wie in Vlaanderen via erfpacht of recht van opstal een gebouw verkrijgt, dit binnen de vijf jaar energetisch renoveren en daarbij minstens energielabel C behalen. Maar dit is slechts het begin. Alle gebouwen moeten tegen 2050 uitstootvrij zijn.

Een contract moet dus gedurende de hele looptijd de gebruiker aanmoedigen om te blijven investeren in het pand. Enkel zo kan die zijn verplichting als beheerder van het gebouw op een ernstige manier vervullen.

De erfpacht- of opstalperiode eindigt dus nooit met een gebouw dat boekhoudkundig afgeschreven is. Ook voor de eigenaar is het interessant dat hij geen afgeleefd pand terugkrijgt, maar een gebouw dat up to date is.
Vandaar dat hij de werkelijke restwaarde van de gebouwen moet vergoeden bij afloop van het contract.

In dezelfde logica past de mogelijkheid om af te spreken dat de erfpachthouder geen 'canon' of jaarlijkse pacht moet betalen. Hij zou anders gedurende de looptijd het goed opwaarderen, en er nog extra voor betalen ook.

 

(Her)bestemming van ons vastgoed, in dialoog en partnerschap

 

Opvang en een woonst voor mensen in kwetsbare situaties

Als kerk hebben we een traditie in het ondersteunen van mensen die in een moeilijke situatie verkeren. Het is duidelijk dat er vandaag vanuit diverse crisissen in de samenleving een grote vraag is naar de inzet van het kerkelijk patrimonium.
Het gaat niet alleen over het grote tekort aan betaalbare en kwalitatieve woningen voor mensen met een laag inkomen, of aan opvangplaatsen waar asielzoekers terecht kunnen voor opvang, begeleiding en huisvesting in afwachting van de behandeling van hun asielaanvraag. Erkende vluchtelingen moeten na hun erkenning de opvang verlaten, en op zoek gaan naar een definitieve woning. De oorlog in Oekraïne deed in 2022 de vraag naar tijdelijke opvang en huisvesting sterk toenemen.

Op de websites van de verschillende bisdommen, kan je lezen hoe de opvolging en ondersteuning in elk bisdom gebeurt.
Enkele speciale initiatieven zetten we hier in de kijker.

 

De Nieuwe Buren logoDe Nieuwe Buren: een woonst voor erkende vluchtelingen

Elke dag opnieuw trotseren vluchtelingen de Vlaamse huurmarkt op zoek naar hun nieuwe thuis. Velen van hen staan er alleen voor, maar dat hoeft niet zo te zijn! Overal in Vlaanderen slaan burgers, of ‘Buren’, de handen in elkaar om samen met vluchtelingen deze uitdaging aan te gaan. In 2016 ontstond De Nieuwe Buren (aanvankelijk onder de naam 'woning gezocht, buren gevonden), op vraag van deze burgers en lokale verenigingen in heel Vlaanderen en biedt hen ondersteuning en verbondenheid. Het is een initiatief van ORBIT vzw, met steun van de Koning Boudewijnstichting en de Vlaamse overheid.
Het richt zich naar burgerinitiatieven en particulieren die hun woning willen delen of verhuren, maar het is evident dat hier ook voor de kerkelijke vzw's met residentieel vastgoed, een rol is weggelegd.

De website van De Nieuwe Buren bevat handige wegwijzers, fiches en modeldocumenten.

Lees en download het document: 'Parochies en huisvesting voor erkende vluchtelingen' waarmee je in je lokale gemeenschap het gesprek kan opstarten.

 

Betlehemproject: investeren in sociale huisvesting

In het Aartsbisdom Mechelen-Brussel en in bisdom Brugge zijn initiatieven rond sociale huisvesting opgenomen in het Betlehemproject.

DiaconieBisdomBrugge CMYKtransp 0In bisdom Brugge heeft men de werking recent een update gegeven onder de naam 'Betlehemproject 2020'. Het project heeft een dubbele doelstelling:

    • Het ter beschikking stellen van een betaalbare woning aan mensen in een kwetsbare situatie.
    • Het vormen van een groepje ‘omarmers’ die deze mensen verwelkomen en begeleiden.

logo solidariteit BrusselIn het Aartsbisdom situeren de meeste projecten zich in het Brussels Hoofdstedelijk gewest. Ze worden opgevolgd vanuit de Dienst Solidariteit van het Vicariaat Brussel.
Het gaat zowel om panden van particulieren als om eigendommen van kerkelijke vzw's die worden gerenoveerd en via Sociale Verhuurkantoren ter beschikking gesteld op de sociale huurmarkt.
Een overzicht hiervan vind je in het jaarverslag van 2021.

 

Caritas International in België: solidair tijdens elk migratieparcours

caritas intCaritas International beheert een aantal opvangaccommodaties voor asielzoekers en niet begeleide minderjarige vluchtelingen, biedt een humaan en individueel antwoord op elk migratieparcours en verdedigt de rechten van migranten en vluchtelingen. De organisatie biedt ook begeleiding in de zoektocht naar duurzame oplossingen, met een speciale aandacht voor de meest kwetsbaren. En Caritas International werkt daarvoor ook samen met lokale actoren, zoals solidaire gemeenten, congregaties en kerkelijke vzw's.
Meer info op hun webpagina's over asiel en migratie

 

 

 

Jeugdlokalen:
naar een duurzame thuis voor jeugdbewegingen en -verenigingen

jeugdbewegingen

 

Voor heel wat kinderen, jongeren en hun begeleiders is het jeugdbewegingslokaal een tweede thuis. Een plek van bruisende creativiteit, van activiteit, van spel en sport. Een plek van vergaderen, van plannen smeden en samenwerken. Hier leert men al doende verantwoordelijkheid dragen en doet men inspiratie op voor het leven.

Vandaag zijn ze echter ook een plek waar al evenzeer moet nagedacht worden over het bereiken van klimaatneutraliteit tegen 2050 en de tussentijdse stappen die daarvoor nodig zijn. En dat stelt zowel de eigenaars als de gebruikers voor vraagstukken die best samen worden besproken. Temeer omdat er heel wat betrokkenen zijn, kerkelijke en andere:

  • Een aantal jeugdbewegingen mogen hun lokaal hun eigendom noemen. In feite is het dan eigendom van een zelf opgerichte vzw, vaak bestuurd door oud-leiding en ouders, die het lokaal beheren en ter beschikking stellen van de groep. Soms is dit lokaal zelf gebouwd, via recht van opstal, op grond van de parochiale vzw of kerkfabriek.
    Soms is het lokaal ook erkend als jeugdverblijf en mag het verhuurd worden, bijvoorbeeld als kamphuis voor jeugdgroepen die een bivak of weekend plannen.
  • Heel wat jeugdbewegingen zijn gehuisvest in gemeentelijke lokalen. Via de vroegere gemeentelijke jeugdbeleidsplannen en huidige strategische meerjarenplannen, stippelen gemeentebesturen een jeugdbeleid uit, en daar hoort vaak een investeringsplan voor jeugdlokalen bij. Soms is dit ook in samenwerking met een kerkfabriek die grond bezit waarop kan gebouwd worden.
  • En dan zijn er nog de vele groepen die gehuisvest zijn in lokalen die eigendom zijn van een school, een kerkfabriek, een religieuze gemeenschap of een kerkelijke vzw of stichting. Vaak kregen ze die lokalen vele jaren geleden al, via een mondelinge of schriftelijke gebruiksovereenkomst of huurovereenkomst.

  

 

Chiro Myin Kalmthout-Centrum

Chiro Kalmthout

 

Beleid rond duurzaamheid en klimaat, ook voor lokalen

Jeugd- en jongerenbewegingen hebben een lange traditie van aandacht voor natuur en milieu. Duurzaamheid is een belangrijk hoofdstuk in hun beleidsplannen. De voorbije jaren zetten ze in hun werking, hun aanbod en jaarthema's nadrukkelijk het klimaatthema en duurzaamheid in de kijker.

Dit beleid trekken de nationale koepels ook door in een gezamenlijke inspanning om groepen te ondersteunen in een degelijk beheer van hun lokalen. Binnen de Ambrassade werken ze samen in de Werkgroep Jeugdlokalen.

Alle expertise over jeugdlokalen werd in de voorbije jaren verzameld op een aparte website www.jeugdlokalen.be en in een heleboel publicaties. Momenteel zijn een aantal van die publicaties aan een update toe. Die updates zijn in voorbereiding, en zullen stelselmatig de oude vervangen.

 

Jeugdlokalen en verduurzamen van kerkelijk vastgoed

Eén van de publicaties op Jeuglokalen.be, is 'Jeugdlokalen en de Kerk'. Ze dateert van 2012, maar is best nog zeer relevant voor wie thuis wil komen in de diversiteit van kerkelijk vastgoed in relatie tot het jeugdwerk, en het belang van goede relaties en duidelijke overeenkomsten.

jeugdlokalen en de kerkZowel voor gebruiksovereenkomsten als voor huurovereenkomsten, bestaat er binnen de jeugdorganisaties een stevig pleidooi voor het opstellen van heldere schriftelijke overeenkomsten. Zie bijvoorbeeld de recente update op de website van KLJ.

Tot vandaag zijn immers heel wat lokale groepen gehuisvest in lokalen waarvoor onduidelijke of mondelinge overeenkomsten bestaan. Dat is een situatie die historisch gegroeid is, maar nu er een druk ontstaat om na te denken over duurzame renovaties van het vastgoed, is elke onduidelijkheid een obstakel. 

Zo is een lokaal via een gebruiksovereenkomst in principe gratis, maar kan je een aantal afspraken hebben met de eigenaar, bijvoorbeeld over de vergoeding voor energieverbruik of over wederzijdse rechten en plichten.

Wie een vast (maandelijks) bedrag aan de eigenaar moet betalen, is geen gebruiker maar een huurder, en heeft een aantal rechten krachtens de huurwet. Dat is van belang als er herstellingen of verbouwingen moeten gebeuren.

Dit is dus best allemaal vastgelegd in een heldere schriftelijke overeenkomst. Ook al omdat de jeugdorganisaties anders in een onzekere situatie verkeren over het verder langdurig gebruik van hun lokalen en speelterreinen. Dat is zeker zo als er nagedacht wordt over nieuwe bestemmingen van het vastgoed. Zonder goed contract kunnen huurovereenkomsten en gebruiksovereenkomsten al te gemakkelijk eenzijdig opgezegd worden. 

jeugdlokalen en het verbouwprocesEr bestaat vandaag ook een tendens om de bestaande overeenkomsten om te zetten in een erfpacht of recht van opstal. Dat is op zich een goede zaak, ook al moeten de verenigingen dan een vzw oprichten om die overeenkomst aan te gaan en de lokalen te beheren, en zijn ze in Vlaanderen verplicht om het gebouw binnen de 5 jaar energetisch te renoveren tot minstens energielabel C.
Ze zijn dan voor lange tijd verzekerd van het gebruik van hun lokaal, en kunnen gedurende de afgesproken periode optreden als eigenaar van het goed. Het ligt dan in hun handen om te blijven investeren en om hun lokalen voor 2050 uitstootvrij te maken.
Deze groepen kunnen handig gebruik maken van de uitgebreide publicatie 'Jeugdlokalen & het (ver)bouwproces' die eveneens op Jeugdlokalen.be te vinden is. Ook van deze brochure is een update in voorbereiding.

Binnen het jeugdwerk bestaat de wens om over dit alles in gesprek te treden met de kerkelijke overheid. Dit om tot een goede interdiocesane afstemming en faire gezamenlijke afspraken te komen over de overeenkomsten voor de jeugdlokalen die behoren tot het kerkelijk vastgoed.