Ecologische keuzes in een historisch pand
Dat ons huidig comfortniveau problematische hoogtes heeft bereikt in het westen, waardoor onze naasten aan de andere kant van de wereld verder neergedrukt worden, mag ons als gelovigen niet onverschillig laten. We kunnen de zorg voor het energieverbruik niet naast ons laten liggen. Het is een aspect van soberheid en van verantwoordelijkheid nemen. Het is onze ethische plicht, ons steentje bij te dragen voor de generaties na ons.
De bekommernis om ‘ons milieu, de aarde’ leeft al vele jaren bij ons.
- Op het domein Villers te Schoten, waar onze Gemeenschap tot 1992 woonde, richtten wij bezinning in voor schoolgroepen van elke graad secundair onderwijs. Een gespreksthema voor 15-16 jarigen was de zorg voor onze Aarde. We werkten met de video ‘Verbranden wij onze Planeet?’ We schrijven dan 1987 -1988.
- Vlug na de oprichting van Oikocredit werd onze gemeenschap mede-aandeelhouder. Stapsgewijs (jaarlijks als het kon) werd ons aandeel lichtjes vergroot.
In 1992 verhuisde onze gemeenschap naar het Begijnhof te Antwerpen.
Het pand dat wij bewonen dateert (wellicht) van de jaren 1700.
De verbouwing van ons pand dateert van eind jaren 80 begin 90 van vorige eeuw. Bij deze verbouwing en de inrichting gaven wij aandacht aan energiebeheer:
- er kwamen 5 nieuwe ramen, voorzien van dubbel glas, een aantal veluxramen, en een glazen koepel boven de hoofdingang.
- De meeste ramen werden voorzien van glasgordijnen en overgordijnen.
- De houten luiken (binnenkant) van ramen werden hersteld.
- we plaatsten thermostatische kranen op verwarmingstoestellen.
- we gebruikten spaarlampen waar het mogelijk was
- In de kelder werd een gedeelte van de leidingen van de verwarming geïsoleerd.
- We plaatsen een pompje, zodat het regenwater kan opgepompt worden en gebruikt voor de tuin.
In ons dagelijks leven letten we op zuinig verbruik van water, verwarming, elektriciteit.
Omdat twee auto’s volstaan werd in 2006 een auto uit het verkeer genomen. We zien het als ‘een bijdrage aan het milieu. We laten zoveel mogelijk de auto aan de kant en maken gebruik van het openbaar vervoer en of de fiets.
De novembersessie 2008 voor besturen van vrouwelijke religieuzen bleek achteraf gezien grote invloed te hebben gehad op ons omgaan het energie. Deze sessie stond in het teken van: ‘Zorg voor de aarde’, n.a.v. Veertig jaar Populorum Progressio, de sociale leer van de Kerk. In dat kader werd de werking ‘Ecokerk’ voorgesteld. Er werd aangekondigd dat men vanaf januari 2009 beroep kon doen op een energiemeester om te onderzoeken hoe in grote gebouwen het energieverbruik kon worden verminderd.
Omdat onze gemeenschap sinds 1992 in een historisch pand op het Begijnhof te Antwerpen woont, viel dit aanbod bij het Bestuur meteen in goede aarde. Het was de aanleiding om met de hele gemeenschap aan de slag gaan op zoek naar een kleinere ecologische voetafdruk. De gemeenschap vroeg meteen na de start de energiemeester om langs te komen. Enkele dagen later was het al zover. Alle hoekjes en kanten van het huis werden bekeken en er werd een stevig rapport met voorstellen gemaakt. Wij zijn dankbaar dat we de kans kregen samen te werken met een energiemeester. Een professionele buitenstaander merkt onmiddellijk de dingen op waar je zelf wel eens over heen kijkt. ONS heeft dit rapport sterk gemotiveerd om – op kleine schaal – toch mee zorg te dragen voor ons milieu.
Wonen in een historisch pand heeft beperkingen. We namen inlichtingen bij Monumentenzorg. Het bleek dat de ramen niet mogen veranderd worden, wat een probleem geeft voor het installeren van dubbel glas. Voor ons was het dan ook een echte bekommernis om te zien wat we wél konden doen.
Het energierapport wees een aantal lacunes aan en vermeldde per aanpassings- investering ook de terugverdientijd. De energiemeester wees ons er bijvoorbeeld op dat niet alle verwarmingsbuizen en andere leidingen in de kelder geïsoleerd waren. Dat werd ondertussen verholpen. Ook werd achter de verwarmingselementen in de gemeenschappelijke ruimtes isolerende folie aangebracht. Een aantal zaken hadden wij ondertussen al zelf aangepakt. Zo legden we in onze huiskamer, boven op een houten vloer, waar doorheen spleten koude kelderlucht binnenkwam, een isolerende vloerbedekking.
Alle voorstellen werden met de bestuursleden en met de hele gemeenschap besproken. We hebben daar de tips uitgehaald die we voor ons zinvol vonden. We hebben er meermaals samen over gesproken en er afspraken over gemaakt. Die afspraken zijn redelijk goed tot ‘vaste gewoonten’ geworden. Hier volgen de voornaamste
1. i.v.m. elektriciteit:
- stand-by lichtjes uitdoen
- als je langer dan 3 minuten niet in een ruimte bent, het licht uitdoen
- kamers waar je lang verblijft voorzien van spaarlampen
- flikkerende TL-lampen onmiddellijk vervangen
- ongeopende potjes, flesjes of blikjes niet in de koelkast zetten
- producten ontdooien in de ijskast
- gerechten goed afkoelen voor je ze in de ijskast plaatst
- bij het koken de groenten slechts 1/3 onder water zetten
- deksels of snelkookpannen gebruiken
2. i.v.m. verwarming:
- de verwarming een half uur voor het slapengaan lager zetten
- openstaande deuren vermijden tussen verwarmde en onverwarmde ruimtes
- thermische kranen juist gebruiken. Stand 3 (21°) enkel gebruiken in constant gebruikte ruimtes.
- verwarmingstoestellen nooit afdekken.
Jaar na jaar, evalueerden we de verwezenlijkingen en maakten we nieuwe afspraken.
We zijn een gemeenschap, met leden van verschillende leeftijden. Sommigen hebben het koud, anderen vinden het vlug te warm. We hebben samen naar een compromis gezocht wat betreft een aanvaarbare temperatuur in de gemeenschappelijke ruimten.
We merkten dat de warmte-besparende maatregelen goed resultaat gaven. Maar de ramen bleven een groot probleem. We vonden enkele hulpmiddelen: extra tocht werende stroken, de overgordijnen ’s avonds sluiten. Verwarming lager zetten in kamers die niet constant gebruikt worden, extra warme truien aantrekken in de winter. We letten er op de ‘deuren te sluiten’ en gangen slechts lichtjes te verwarmen.
We vinden belangrijk dat we ‘als gemeenschap’ blijven werken
Dat is de manier om ook gezamenlijke nieuwe stappen te zetten.
We kiezen voor één dag zonder vlees of vis aan het middagmaal tijdens de 40-dagentijd.
De film van Al Gore die we samen hebben gezien, TV programma’s over het milieu, natuur en wetenschappelijke programma’s hebben ons meer en meer bewust gemaakt van de ernst van de bedreiging.
Het boek van Egbert Rooze ‘Schepping is bevrijding’, de folders Zorg voor de Schepping, en ‘werken aan Ecokerken’, uitgegeven door Netwerk Rechtvaardigheid & Vrede, waren sterke inspiratiebronnen. We raakten meer en meer overtuigd dat we meer moeten doen!
In 2009 wilden we een bijdrage leveren aan bewustmaking en richten een spiritualiteitsnamiddag in ‘Zorg voor de schepping’, begeleid door Lea Verstricht, theologe, medewerkster van het CCV Antwerpen. Dit was te lezen in de uitnodiging:
‘In de context van de ecologische crisis is ook binnen Kerk en geloof de aandacht voor de schepping geactiveerd. Maar wat zeggen we als we ‘Ik geloof in God, schepper van hemel en aarde’ uitspreken?' Het werd een boeiende namiddag. Er waren 45 deelnemers.
In 2010 werkten we aan verdere sensibilisering van onze gemeenschap door gemeenschapsgesprekken met als thema: zorg voor ecologie en schepping:
- Hoe gaan wij om met energie?
- Opvolging verslag energiemeester
- Wat met de tips voor energiebesparing die we samen in onze aandacht wilden houden. (zie hierboven)
De meeste aanbevelingen voor energiebesparing uit het energierapport werden ondertussen uitgevoerd. We kozen alls gemeenschap voor een volgende stap in zuiniger energieverbruik. Omdat dubbelglas plaatsen niet mag van Monumentenzorg, gingen wij in op een tip die ons werd aangereikt: glasfolie plaatsen. In december werd begonnen met het plaatsen van glasfolie op een oppervlakte van 177.95 m 2 glas. De plaatsing werd begin 2011 afgerond.
In onze gemeenschapsgesprekken vonden wij nog andere tips die we elkaar doorgaven en die we toepassen:
- Het water waarin wij groenten wassen later gebruiken om planten in de tuin te begieten.
- stekkerdozen met aan- en uitschakelaar tussen stopcontact en het elektrisch toestellen plaatsen.
- als het mogelijk is éénzijdig bedrukt printpapier hergebruiken.
- op elkaar wachten om ‘samen’ de lift te gebruiken.
- onze krant doorgeven aan het ‘Onthaal Sint Antonius’, waar mensen die wachten op een voedselpakket ze kunnen lezen.
- plastieken dopjes en lege stylo’s voor ‘goede doelen’ verzamelen.
- zoveel mogelijk afval beperken door groenten en producten te kopen zonder of met weinig verpakking.
- meer kraantjeswater te drinken
- te recycleren wat we kunnen
- de vaatwasser slechts éénmaal per dag te gebruiken
- te wassen op lagere temperatuur.
- we besloten energiezuinige toestellen aan te kopen als de oude dienen vervangen te worden. Dat was het geval voor een ijskast en een wasmachine
- We plaatsten een droogmolen in onze tuin om zo het gebruik van onze droogkast te verminderen.
Verder bespraken we:
- effecten van de klimaatsverandering op het leven van mens en dier.
- op weg naar een christelijke milieu-ethiek.
- Scheppingsgeloof en zorg voor de schepping.
Ons project gaat verder
In 2012 werd het huis dat de gemeenschap kocht voor de leefgroep zo energiezuinig mogelijk verbouwd.
In 2014 werden aanwezigheidsdedectoren en timers geplaatst bij de uitgangen van onze lift (3 stopplaatsen) en in de voornaamste gangen.
In september 2015 nodigen wij Ecokerk uit om hun project toe te lichten na ons avondgebed waar geïnteresseerden bij aansluiten.
In 2016 schakelen we over op ledverlichting. In een eerste fase zal die geplaatst worden in onze gemeenschappelijke ruimten zoals de kapel en de huiskamer.
Wij willen verder de oproep van ‘Laudato Si in praktijk brengen: de zorg voor de natuur tot onze levensstijl maken.
juni 2016