Luigino Bruni neemt ons mee op een boeiende gedachteoefening: hoe kunnen we sociale bewegingen in tijden van crisis revitaliseren?
Bruni vertrekt van wat wel eens “de vloek van de stichter” wordt genoemd: “hoe sterker de stichter, hoe zwakker de organisatie”. Na het vertrek van zo’n sterke stichter, hebben organisaties het vaak moeilijk om zich te handhaven, of om zich heruit te vinden zodat ze het project kunnen verderzetten in een nieuwe realiteit.
Ook binnen de Kerk werden veel vernieuwende initiatieven en organisaties in het verleden geboren onder impuls van een charismatische stichter. Vorige eeuw gaf het Tweede Vaticaans Concilie een extra impuls aan het ontstaan van zo’n vernieuwende initiatieven. Er kwamen nieuwe kansen voor vrouwen, jongeren of leken binnen de Kerk. Nieuwe gemeenschappen, spiritualiteitsbewegingen en ngo’s zagen het daglicht, en verrijkten het Katholiek Sociaal Denken met nieuwe inzichten (nvdr: ook NRV en haar lidorganisaties ontstonden allemaal in de tweede helft van de 20ste eeuw).
Wat eens vernieuwend was, kan snel vervallen
Maar hoe vernieuwend ook, organisatorisch waren ze geworteld in de sjablonen en patronen van die tijd. Daardoor hebben vele vandaag te lijden van een snel verouderingsproces. Tot verbazing en droefenis van de oprichters en de eerste generatie blijken ze niet in staat te reageren op de snelle en ingrijpende veranderingen die de voorbije decennia in de samenleving plaatsvonden.
Luigini Bruni pakt daarom uit met een sprekende metafoor: in de huidige crisis zouden veel bewegingen en gemeenschappen die ontstonden in de 20ste eeuw zich moeten inspireren op de manier waarop planten zich organiseren, en stoppen met te lijken op dieren.
Het model ‘dierenrijk’
Onze samenleving, zo schetst Bruni, is ontstaan uit en leeft volgens het dierenmodel. Dat is ook zo voor het kapitalistische economische systeem. We hebben "dierlijke" bedrijven en instellingen uitgebouwd, dat wil zeggen met een sterke uitsplitsing en specialisatie van functies, met een "brein" en een "hart" waarvan alle andere organen afhankelijk zijn.
Het voordeel van dieren is, dat ze kunnen bewegen, op zoek naar voedsel en levenskansen. De kwetsbaarheid van een dier zit in de vitale organen: als er één getroffen wordt, sterft het hele dier. Door te rennen kan het die kwetsbaarheid ontvluchten.
Ratrace
Bedrijven van de afgelopen eeuwen zijn gestructureerd op het diermodel: een sterke functionele arbeidsverdeling en een hiërarchische organisatie. Zo kunnen ze snel bewegen, op zoek naar kansen, en het meest succesvolle organisme worden in deze decennia van klimaatverandering, vooral in vergelijking met de civiele en politieke gemeenschappen die veel trager bewegen en beslissen, en verankerd zijn in hun territorium.
Deze 'dierlijke' instellingen hebben al die tijd geleerd om hard te rennen, steeds efficiënter, hulpbronnen plunderend en verslindend. Vandaar dat de economie en het bbp groeiden dankzij de waanzinnige races van bedrijven, wat 'uitstekende' resultaten opleverde. Maar vandaag zien we dat we de grenzen overschreden hebben. Het is niet langer mogelijk om via onze beweeglijkheid kansen te vinden en risico’s te ontvluchten.
Het model ‘plantenrijk’
Vermits er geen planeet B is, zitten we vandaag in dezelfde situatie als planten: we moeten leren hoe we kunnen overleven zonder weg te lopen.
Planten zijn, in tegenstelling tot dieren, aan de grond verankerd, en dat maakt hen extreem kwetsbaar. Om daarop te reageren hebben ze geen gespecialiseerde organen ontwikkeld zoals dieren. Ze leerden ademen, zien en voelen met hun hele lichaam. Vandaar hun grote veerkracht: een plant kan overleven ook al verliest hij 80-90% van zijn lichaam, en uit een afgehakte stam kan een nieuwe scheut groeien.
Voorbeeld van een plantenmodel? Coöperaties
Een recente grote omwenteling in de mensenwereld, is de komst van het internet en netwerken. Het is een organisatievorm die gelijkenissen vertoont met die van de plantenwereld.
We hebben ook een economisch model dat lijkt op een ‘plantaardige’ organisatie: dat van coöperaties. Coöperatieven tonen de kracht van samenwerking door het verdelen van functies in het hele lichaam. De rigide hiërarchische organisatie wordt opgegeven om de hele bedrijfsstructuur te activeren. Coöperaties hebben geleerd om met hun hele lichaam te ademen, te voelen en te beslissen. Het geheel, en niet enkel het brein of het hart, bepaalt het bezit, de richting, de missie,… van het bedrijf.
Kunnen sociale bewegingen overgaan van een "dierlijke" naar een "plantaardige" organisatie?
Het leven van planten kan inspireren voor de organisatie van gemeenschappen en bewegingen die voortkomen uit een of meer charismatische stichters of stichteressen. Een stichter geeft de gemeenschap een vorm die lijkt op die van een dier. De grondlegger is standaard het centrum (het hart) en de individuele organen en functies zijn afhankelijk van dat centrum.
Als de stichter eenmaal weg is, kan de gemeenschap hem of haar vervangen door een voorzitter, en de rest laten zoals het is. Maar enkel het hart vervangen, is een oplossing die niet werkt. Als de stichter(s) verdwijnen, verandert het milieu fundamenteel, en komen nieuwe en andere kwetsbaarheden aan de oppervlakte. De wijsheid van de plantenwereld kan tonen hoe zwakheid kan veranderen in een evolutionair voordeel.
Daarom de suggestie om in deze fase van transitie te vervellen van een 'dierlijke' naar een 'plantaardig' georganiseerde structuur door het veranderen van de ‘praktische’ regels voor de werking. Het over de hele structuur (‘het hele lichaam’) verdelen van de functies die voorheen geconcentreerd zaten in het centrum, waardoor een echte subsidiariteit in het bestuur ontstaat. Leren ademen, denken en voelen met het hele ‘lichaam’ van de organisatie. Leren om de hele ‘struik‘ te zien…
Over de auteur
Luigino Bruni is een Italiaans econoom en hoogleraar aan de Libera Università Maria Santissima Assunta (LUMSA) in Rome. Hij is internationaal coördinator van het project Economie van Gemeenschap, een initiatief van de Focolarebeweging.
Terug naar het overzicht van de verschillende bijdragen.
Meer weten over deze voordracht van Luigino Bruni, contacteer