maandag 5 oktober 2015
Vandaag nodigde Ecokerk minister Joke Schauvliege uit voor een rondetafelgesprek en de overhandiging van haar klimaatdossier. Dat gebeurde op een symbolisch gekozen plek: een biologische moestuin, boven op het dak van de Koninklijke bibiliotheek in Brussel, en in de naastgelegen rotonde van het Paleis van Karel van Lotharingen.
"Hier zijn ongeveer 25 mensen aanwezig. Zij vertegenwoordigen minstens 500.000 mensen uit het brede middenveld en de solidariteitsorganisaties die lid zijn van het Netwerk Rechtvaardigheid en Vrede," aldus Ecokerk-voorzitter Maria Verwimp bij de verwelkoming van de minister, “we zijn blij dat we u onze eisenbundel kunnen voorstellen op een plaats waar via stadslandbouw een stukje van de transitie en van de toekomst zichtbaar is.”
In zijn inleiding schetste Marcel Cloet, voorzitter van het Netwerk Rechtvaardigheid en Vrede, waar het zwaartepunt van het klimaatdossier ligt: "De armste mensen zijn diegenen die nu al het meest getroffen worden door klimaatverandering: ontbossing, verwoestijning, smeltende gletsjers, droogte, overstromingen, orkanen, ziektes of misoogsten bedreigen hun leefgebieden, inkomen en voedselzekerheid. Klimaatverandering kan decennia van ontwikkelingsinspanningen teniet doen. Onze lidorganisaties geven hulp tijdens humanitaire rampen, voeren talloze projecten uit en ondersteunen partners in alle continenten. Het gaat vooral om projecten van adaptatie, duurzame landbouw en agro-ecologie, risicobeheer en preventie van milieurampen, en bewustmaking. We willen u uitdagen om maatregelen te nemen en te handelen ten gunste van mensenrechten, sociale rechtvaardigheid en duurzame ontwikkeling."
"We rekenen er op dat er nu echt een ambitieus, bindend en rechtvaardig klimaatakkoord komt," aldus Ecokerk-stafmedewerker Karel Malfliet. Hij pleitte voor het opnemen van een clausule rond mensenrechten in het akkoord van Parijs, en het bijstellen van de limiet voor maximale opwarming van de aarde naar 1,5°C: "de limiet van 2°C, is meer een limiet van de politici dan van de wetenschappers. Als de gemiddelde temperatuurstijging op aarde boven de 1,5°C klimt, zou dat resulteren in extreme verliezen en de onmogelijkheid voor landen en gemeenschappen om zich aan te passen.” Ook eiste hij dat minstens 50 % van het klimaatgeld naar adaptatie zou gaan.
Chis Derde van groenestroomproducent De Wase Wind brak een lans voor een versnelde omschakeling naar hernieuwbare energie, ook in ons eigen land: "We kunnen dit perfect realiseren, mits de nodige politieke wil. Daarbij moeten we fossiele brandstoffen gericht uitfaseren. En er moet een einde komen aan de halfslachtige politiek rond het afbouwen van kernenergie, want dat zet een rem op de evolutie naar hernieuwbare energie".
Paul Lansu van Pax Christi International wees er op dat het klimaatprobleem ook een bron is van conflict, en internationaal als een ernstig veiligheidsrisico wordt beschouwd, ook binnen de EU: "Ambitieuze eigen reductiedoelstellingen én internationale klimaatfinanciering voor ontwikkelingslanden zijn niet enkel een klimatologische, economische en morele noodzaak. Ze horen bij de beste investeringen in conflictpreventie die momenteel bestaan. Hiervoor kan best gesnoeid worden in de militaire uitgaven. Alleen al om het kernwapenarsenaal te onderhouden, is 100 miljard dollar per jaar nodig. De wereld is overbewapend en het klimaatfonds is ondergefinancierd”.
Met enkele voorbeelden uit de dagelijkse praktijk illustreerde Lieve Herijgers, directeur van Broederlijk Delen hoe klimaatverandering een impact heeft op voedselzekerheid en hoe getroffen gemeenschappen daarbovenop te lijden hebben door vernietigende mijnbouwbedrijven of agro-industrie: "vandaar onze eis om voor de private sector verplichtende regels te maken ten aanzien van de sociale en ecologische schade die ze aanrichten. We eisen bovendien dat het Akkoord van Parijs agro-ecologie en duurzame en weerbare voedselsystemen zou aanmoedigen, en dat het kleinschalige producenten zou ondersteunen in hun landbouwpraktijk en de afzet van hun productie op de lokale markt. Hiervoor is het ook nodig dat arme gemeenschappen en hun organisaties afdoende vertegenwoordigd zouden zijn in het UNFCCC-systeem.”
Een Belgisch pijnpunt werd aangekaart door Julie Van Houtryve, coördinator van de Belgische Klimaatcoalitie. Twee maand voor de VN-top in Parijs is de kwestie van de 'Burden Sharing', de interne verdeling van de klimaatverplichtingen tussen de gewesten en de federale overheid, nog steeds niet opgelost. Daardoor mist België een samenhangend Belgisch klimaatplan: "Daar zagen we vorige week nog een voorbeeld van, toen bleek dat de lease-auto's niet kunnen betrokken worden in het Vlaamse diesel-plan. Een Belgisch klimaatplan is ook nodig om de armsten uit onze eigen samenleving toe te laten om te participeren aan de transitie. Want ook in ons eigen land dreigen zij als eersten uit de boot te vallen. Daarom eisen we dat deze kwestie die al jaren aansleept, opgelost is nog voor de klimaattop in Parijs. Deze eis werd recent mee ondersteund door de leiders van de verschillende kerken in ons land."
In haar antwoord erkende de minister dat dit laatste een probleem is: "Ik weet dat België hierdoor internationaal een mal figuur slaat, maar we hopen in de komende weken onze onderhandelingen hierover af te ronden, zodat we met een akkoord op zak naar Parijs kunnen. Een gebrek aan een intern Belgisch akkoord betekent echter niet dat er geen klimaatbeleid zou zijn. Binnen Vlaanderen doen we meer dan ons deel We hebben ook al aangegeven dat we méér willen doen dan de 15% uitstootvermindering die ons vanuit Europa is opgelegd. De 10 miljoen euro die Vlaanderen nu jaarlijks geeft voor klimaatfinanciering, komt ook bovenop het budget voor ontwikkelingssamenwerking."
Ze kondigde aan dat voor de toekomstige groene energieprojecten een vereenvoudigde procedure zou ingevoerd worden, waardoor geschikte inplantingsplaatsen voor windmolens in één besluit zouden vastgesteld worden, en niet langer voor elke aanvraag apart moet onderzocht en vergund worden.
De minister beaamde dat een belangrijk deel van het klimaatgeld voor adaptatie bestemd moet zijn, “al is het nog geen uitgemaakte zaak dat dit ook de helft moet zijn." Ze verwees naar het onderhandelingsmandaat dat de Europese milieuministers op 18 september overeenkwamen: "Europa is altijd al voortrekker geweest in de klimaatonderhandelingen en zal dat blijven. Binnen de VN-onderhandelingen speelt de EU ook een bemiddelende rol om de andere landen op één lijn te krijgen. Belangrijk voor het komende Akkoord van Parijs is, dat nu alle landen een bijdrage zullen moeten leveren, en niet -zoals bij het Kyoto-protocol- enkel de landen met een historisch hoge uitstoot. Zo'n bindend akkoord voor alle landen zou de belangrijkste stap voorwaarts zijn."
Verder verwelkomde ze het dossier als een belangrijk signaal uit de samenleving. Ze prees ook het bewustmakingswerk dat door de campagnes van de organisaties gebeurt: "politieke klimaatakkoorden kunnen niet werken zonder steun van een bevolking die kiest voor ecologisch burgerschap".
Tot slot overhandigde Caritas-voorzitter Luk De Geest de minister het dossier, samen met de persoonlijke geschreven getuigenissen van ruim 50 vooraanstaande vertegenwoordigers uit het brede middenveld, de kerk en de academische wereld. De getuigenissen werden geschreven voor de online actie 'Het klimaat verandert OOK MIJ' van Ecokerk. "Samen illustreren ze het grote draagvlak dat in onze samenleving bestaat voor het klimaatbeleid dat onze wereld nodig heeft, en dat u met uw Belgische collega’s moet realiseren in ons eigen land, en straks in Parijs met uw internationale collega’s voor de hele wereld," aldus Luk De Geest.