Duurzaam leren.
Verandert het klimaat ook mij? Het is een vraag waarop ik niet zo eenduidig weet te antwoorden. Onder invloed van de berichtgeving (en hierdoor geïnformeerde eigen observaties) is mijn denken over klimaatsverandering zeker geëvolueerd: ik ben me er meer bewust van geworden dat we niet kunnen voortdoen alsof er niets aan hand is.
Maar paste ik ook mijn gedrag aan? Het goede weten is daarom nog niet het goede doen. Principes zijn mooi, maar blijven leeg als ze zich niet vertalen in de praktijk van het dagelijkse handelen. Bovendien: als ik mijn gedrag al veranderde, deed ik dit dan uit idealisme, of uit verantwoordelijkheidszin voor de volgende generaties? Of was het vooral omwille van financiële prikkels of omdat duurzaam handelen nu en dan ook het makkelijkst is? Uit welbegrepen eigenbelang dus?
Sinds een jaar maak ik zowat iedere dag de verplaatsing naar Brussel. In het begin heb ik dat nu en dan eens met de wagen geprobeerd, zowel tijdens als tussen de spitsuren. Van één ding ben ik hierdoor zeker geworden: dat het hoogst onvoorspelbaar is wanneer je met de wagen in de Guimardstraat aankomt. Tijdens de spits ben je uiteraard zeker van file, maar lengte en duurtijd zijn niet te voorzien, en dus ook niet het aankomstuur. En als het tussen Leuven en Brussel zeer vlot gaat, dan is de drukte van het verkeer in de Wetstraat een volgende onbetrouwbare hindernis.
Vandaar dat ik al gauw op de trein ben overgeschakeld. Niet alleen woon ik niet zover van het station in Leuven (15 minuten van huisdeur tot op de trein), tegelijk vertrekt er in de spits zowat om de paar minuten een trein naar Brussel. En als ik wat uitkijk welke trein ik precies neem, dan kan ik zelfs een zitplaats bemachtigen. Ondertussen lees ik mijn krant, of begin ik aan de niet-aflatende dagelijkse stroom e-mails. Eens in Brussel ben ik in een kwartiertje in de Guimardstraat, bij goed weer met de benenwagen door het Warandepark, bij regenweer met de metro.
Dat reizen met de trein bevalt me ondertussen wel – zozeer zelfs dat ik ook al mijn andere dienstverplaatsingen, en dat zijn er nogal wat en bovendien over het hele land, meestal met de trein (en eventueel ander openbaar vervoer) plan. Ik heb gemerkt dat – zeker als er geen vertragingen zijn, een treinreis rust brengt, en ik er vaak ook vlot kan werken: e-mails beantwoorden, kranten lezen, documenten annoteren, vergaderingen voorbereiden, een enkele keer ook telefoneren… het klinkt misschien vreemd maar mijn treinreizen behoren vaak tot de rustigste en productiefste momenten van de dag.
Uiteraard ben ik me bewust dat ik hierdoor bijdraag aan een meer duurzame samenleving (en dat zou nog meer het geval zijn als de trein via hernieuwbare energie aangedreven zou worden). Meer nog: wat begon als de meest praktische oplossing, heeft vandaag een meer principiële ondertoon gekregen: als ik vandaag moet kiezen tussen openbaar vervoer of niet, zal ik – als het even kan – voor het eerste kiezen. De principes volgen dus blijkbaar de praktijk, de inoefening van de deugd – zelfs als ze eerst niet om zichzelf beoefend wordt –, vormt de deugd.
Opvoeden in duurzaamheid: het is een oefening in leren. Enerzijds versterken intrinsieke en extrinsieke motivatie elkaar, en leerprocessen die vanuit beide ondersteund worden, lopen het makkelijkst. Anderzijds gaan principes en praktijken hand in hand. Slechts beginselen die concreet handen en voeten krijgen in het dagelijkse handelen werken, en krijgen er bevestiging. Slechts zo’n beginselen worden duurzaam.
Duurzaam leren over duurzaam leven. Werken aan bewustwording van de klimaatverandering is één ding; ze concreet inoefenen een ander. En wat start als welbegrepen eigenbelang kan uitgroeien tot duurzame deugd.
Of hoe de trein nemen aan het denken zet… en iemands leven (een klein beetje) kan veranderen.
Lieven Boeve
Directeur-generaal Katholiek Onderwijs