“Er leeft heel veel solidariteit bij de mensen, maar ze weten het vaak niet”
‘Onthaal Sint Antonius’ is een Welzijnsschakel die ingebed is in de parochie St.-Antonius van Padua Antwerpen. Het is een voedsel- en kledingbank waar lokale stadsbewoners die in financiële nood verkeren, terecht kunnen. Het Onthaal organiseert ook sociale activiteiten voor deze doelgroep: familieuitstappen naar de Antwerpse Zoo bijvoorbeeld.
De ploeg bestaat geheel uit vrijwilligers, een kleurrijke groep met verschillende leeftijden en nationale origines.
Begin augustus 2022 namen we dit interview af met Rita Somers, gepensioneerd parochieassistente en een echte spilfiguur aan het Onthaal.
Rita, je hebt duidelijk een sleutelrol in Onthaal Sint Antonius. Hoe ben je in deze parochie terechtgekomen?
Ik ben lid van de gemeenschap van Villers (een religieuze gemeenschap, nvdr.). Tot 1992 woonde onze gemeenschap in Schoten op kasteel Villers – daar komt ook onze naam vandaan. Want officieel noemen wij Medewerksters van het Eucharistisch Rijk, maar niemand kent ons zo! In Schoten waren we druk bezig: we hadden een grote dienst gezins- en bejaardenzorg aan huis, we deden aan pastoraal werk, en ook bezinningswerk. Zelf heb ik altijd in het bezinningswerk gestaan. Het ging dan om schoolgroepen die op bezinning kwamen: meestal tweede, vierde en zesde middelbaar.
Op gegeven moment realiseerden we ons dat we met te veel verschillende dingen bezig waren, dat we moesten afbouwen. We hebben daar als gemeenschap twee jaar over nagedacht. We hebben toen gekozen om met het bezinningswerk te stoppen, en dan hebben we beseft dat het kasteeldomein veel te groot voor ons was. We hebben dan samen met het bisdom gezocht naar een nieuwe woonplaats, en de keuze is toen gevallen op het Begijnhof van Antwerpen. We zijn met zestien verhuisd en iedereen kreeg een appartementje. Dat was voor ons een grote luxe: in het kasteel had iedereen een kamertje met één toilet en één douche op de gang. Zo ben ik dus in Antwerpen – in deze buurt – terechtgekomen (voor deze heroriëntatie van de gemeenschap van Villers, zie ook dit Ecokerk artikel).
Ik ben toen de opleiding pastoraal werkster gaan volgen. Ik had geen bezinningswerk meer, en was op zoek naar werk. Uiteindelijk ben ik in deze parochie – St.-Antonius van Padua Antwerpen – terechtgekomen, waar ik parochieassistente ben geworden. Ik heb allerlei taken gehad: ik was in de parochie vooral bezig met doopvoorbereiding, met uitvaarten, en het verzorgen van de weekendvieringen. Ik ben ook zes jaar parochieverantwoordelijke geweest. Ondertussen zijn hier zes pastoors geweest, dus ik heb wel wat afwisseling gehad. Ik moet wel even zeggen dat ik parochieassistente wás: ondertussen ben ik drie jaar gepensioneerd.
“Mijn indruk is dat er veel mensen op de grens leven. Mensen die elke maand moeten kijken: wat kan ik kopen? Duiken er extra kosten op, dan komen ze direct in financiële problemen. Ze komen bij ons aankloppen om genoeg centen over te houden om de maand rond te komen.”
Wat zijn de taken die je opneemt in het Onthaal vandaag?
Ik doe de coördinatie, ik ben voorzitter van de vzw, ik ben verantwoordelijke – dus de meeste dingen lopen wel langs mij. Mijn taak – zoals ik die zie – is vooral er voor zorgen dat de vrijwilligers hier graag zijn, dat ze graag naar het Onthaal komen. Om onderling de sfeer goed te houden. Als er een nieuwe vrijwilliger komt bijvoorbeeld, ben ik degene met wie goede afspraken worden gemaakt. En als er problemen zijn, als er beslissingen moeten worden genomen, ben ik de verantwoordelijke. Ik let erop dat ik de vrijwilligers zoveel mogelijk betrek bij wat ik doe, wat er aan het Onthaal allemaal gebeurt: dat vind ik belangrijk, en zij appreciëren dat.
Dus: ik ben in eerste instantie bezig met de vrijwilligers te coördineren. Verder probeer ik me freelance te houden, zodat ik kan invallen wanneer er iets onverwacht gebeurt. Zo krijg ik doorheen de week nogal wat telefoontjes, bijvoorbeeld van mensen die tweedehandskleding willen komen brengen: “Mijn moeder is gestorven, en we zijn de kast aan het leegmaken…”. Ik heb ook de rol van conflictbemiddelaar wanneer er iets niet in de haak is tussen mensen. Dan probeer ik de plooien glad te strijken – dat vind ik niet altijd gemakkelijk.
Welke diensten verleent het Onthaal in dit deel van de stad?
Wij verdelen voedsel en tweedehandskleding. Er komen hier dus mensen met geldproblemen. We hebben een duidelijke afspraak gemaakt met de vrijwilligers: niemand geeft geld, want dat is heel gevaarlijk. Vroeger hadden we een vrijwilliger, een oudere man. Die was zelf zwaar gehandicapt: die kwam moeizaam op twee krukken binnen. Maar blij dat die was, dat die hier mocht komen vrijwilligen! En die had altijd kleingeld in zijn zak. En als er iemand zei “ik heb het toch zo moeilijk nu”, dan gaf hij ze altijd wat geld. Maar op den duur kwamen er mensen binnen alleen om geld te vragen. Vanaf dan hebben we afgesproken: niemand geeft geld. Soms heel moeilijk.
De meeste mensen die hier komen, worden doorverwezen via OCMW, CAW, Dokters van de Wereld of andere organisaties. Er zijn ook mensen die van ons horen via-via. De eerste stap is altijd een intakegesprek. Er wordt gekeken naar hun postcode: wonen ze in zone 2000, 2050 of 2060? Als dat niet zo is dan krijgen ze éénmalig een voedselpakket van ons, plus een verwijsbrief waarmee ze in de voedselbank in hun eigen buurt terecht kunnen. Er wordt gekeken naar hun budget. Als ze na aftrek van huurkosten, vaste maandelijkse kosten meer dan € 250 per maand overhouden, dan komen ze eigenlijk niet in aanmerking. Het gebeurt dat we vaststellen: die persoon houdt € 260 over. Dan is de algemene afspraak dat we ze inschrijven voor drie of zes maanden, zodat ze een beetje kunnen sparen. Want als je continue op de grens moet leven, dat is zwaar. Je komt in problemen met het minste en geringste, bijvoorbeeld wanneer je simpelweg een paar schoenen nodig hebt.
Komen ze in aanmerking, dan krijgen ze een badge. Ze kunnen dan elke week voeding komen halen, en om de acht weken kleding.
“Momenteel worden we een beetje overspoeld door Oekraïense vluchtelingen. We merken: dat brengt toch wel onderlinge wrijvingen mee. Onze Syrische bezoekers zeggen bijvoorbeeld: ‘Wij hebben hier jaren geleefd zonder iets. We mochten niets. En nu komen de Oekraïners en die krijgen eigenlijk alles’”.
Wat is het profiel van de mensen die hier hulp komen zoeken?
We krijgen niet alleen migranten of vluchtelingen over de vloer. Ook heel wat Vlamingen komen bij ons aankloppen. Ik heb het gevoel – heel vaak – dat er veel mensen zijn die op de grens leven. Een groep die bij ons over de vloer komt zijn bijvoorbeeld gepensioneerde weduwen. Je moet bedenken: bij de vrouwen die nu op pensioen zijn, is er een groep die hun ganse leven huismoeder geweest zijn. Dat was in die tijd normaal. Eenmaal hun man overleden is kunnen ze terugvallen op een weduwenpensioen – wat in de praktijk vaak neerkomt op een minimumpensioen. En als je geen eigendom hebt en wil wonen in een buurt die een beetje leefbaar is, kan je praktisch niets huren minder dan € 600. Eenmaal je met zo’n huur zit, kan je niet ver meer springen: er moet niet veel gebeuren om financieel in de problemen te komen.
Zo hebben wij eens drie oudere vrouwen gehad, ze waren overvallen op straat. Alle drie op de grond terechtgekomen, en ze bloedden. Het eerste wat je doet als je zoiets ziet: de 100 bellen zodat ze verzorgd worden. Ze kwamen dus in het ziekenhuis terecht, en als het mensen zijn die alleen wonen dan houden ze die drie-vier dagen in het ziekenhuis om te controleren dat er geen bijkomende bloedingen zijn. Nadien mogen ze naar huis, en dan komen de rekeningen. En die vrouwen kwamen hier een voedselpakket halen, ze vertelden: “Je hebt de ziekenhuisrekeningen, je moet uw paspoort laten vervangen, uw bankkaart… Je bent zo € 300-400 kwijt. En ik zie het nu niet meer”.
Dat zijn zaken die wij toch wel regelmatig merken: mensen hebben weinig financiële reserves, er moet niet veel gebeuren. Ik houd mijn hart vast voor de verwarmingsrekeningen die gaan komen deze winter, met de gas en mazout en zo: ik ben ongerust dat een heel stel mensen rekeningen gaan krijgen die ze niet meer kunnen betalen.
Daarnaast krijgen we natuurlijk veel mensen over de vloer die van niet-Belgische origine zijn. Momenteel worden we eigenlijk een beetje overspoeld door de Oekraïense vluchtelingen: moeders met kinderen. Eigenlijk hebben we de indruk dat een deel van onze vaste bezoekers niet meer komen omwille van die overgrote groep Oekraïners. Vroeger mochten de mensen binnenkomen, ze wachtten dan op hun intakegesprek of een voedselpakket. Ze kregen een nummertje, er zaten hier dan maximaal twintig mensen. Met hoeveel mensen nu aan de deur staan… We moeten ze buiten laten wachten. Je kan ze niet allemaal binnenlaten omwille van corona, niet? Maar we hebben al dikwijls gezegd: we vinden het zelf niet leuk dat mensen nu buiten moeten aanschuiven. We zijn met kerkfabriek in gesprek: het zou ideaal zijn hier een bijkomend stuk ontvangstruimte te maken, plus een winkelruimte waar mensen eventueel zelf kunnen kiezen, met een vrijwilliger erbij.
Onthaal Sint-Antonius draait uitsluitend op vrijwilligers. Hoe vinden vrijwilligers hun weg hier naartoe?
Ons Onthaal hier is gekend in de stad. In diverse parochies worden er voor ons inzamelacties georganiseerd: zo ontvangen we regelmatige toiletartikelen, speelgoed,… Daarnaast zijn er vrij veel mensen die ons tweedehandskledij komen brengen: uit Schilde en Brasschaat, bijvoorbeeld.
Een niet te onderschatten factor is dat we één van de haltes zijn voor een lokale Tocht van Hoop rond armoede. Op die dagen ontvangen we bezoekers, meestal een groep van tussen 15-25 mensen. Dat kunnen studenten zijn, een parochieteam, een lokale kwb-afdeling,… Die kijken rond, en er zijn er best wat die achteraf zeggen: “Goh, ik ga aan mijn familie zeggen dat ze eens hun kleerkasten moeten leegmaken. Wanneer mag ik dat komen brengen?” Zo is op een dag Marianne bij ons terechtgekomen. Ze was haar kasten aan het opruimen, en heeft tijdens haar bezoek gevraagd of we nog extra handen nodig hadden; ze is gepensioneerde leerkrachte. Ze vertelde dat ze nog andere gepensioneerde leerkrachten kende, en zo komt het intussen dat onze tweedehandskleding shop gerund wordt door oud-leerkrachten…
“Als ik met mijn fiets door de stad rij, moet ik regelmatig stoppen omdat mensen mij willen begroeten. De witte tornado’s bijvoorbeeld, die op pad zijn om de stad zwerfvuilvrij te maken. Daar zijn verschillende mensen bij die vroeger bij ons een voedselpakket kwamen halen! Die zijn dat niet vergeten.”
Ons vrijwilligerskorps is divers. Er zijn ook enkele vrijwilligers bij die gestuurd worden door het OCMW en/of door justitie. En dat is niet altijd gemakkelijk. Ik vind dat die mensen te weinig opgevolgd worden. Het OCMW maakt wel altijd een afspraak met ons, en hun boodschap is dan: “B. komt een halve dag vrijwilligerswerk bij jullie doen, en mettertijd kan dat misschien twee halve dagen worden?” Maar van het moment dat ze bij ons aan de slag zijn, hoor ik niets meer van OCMW. Er is dan alleen mailverkeer: we moeten elke maand doormailen of ze wél of niet zijn komen opdagen.
Hetzelfde met justitie. We hebben al verschillende vrijwilligers met een enkelband gehad. Nu willen wij daar graag in investeren, anderzijds steekt er wel wat tijd in. Zo hadden we onlangs A., die vier halve dagen per week kwam werken. Die is heel goed begonnen, want hij had acht maanden in de gevangenis gezeten, en was blij vrij te zijn. Ik moet dan elke keer op papier aftekenen dat ze hun uren zijn komen doen: een puur administratieve opvolging. Die mensen hebben dan zelf elke maand een gesprek met de justitieassistente – er wordt dan geen contact opgenomen met ons om te informeren hoe het gaat. Dit vind ik een gemiste kans. Echt, het zou fijn zijn om van tijd tot tijd de vraag te krijgen: “Hoe loopt het eigenlijk voor jullie? En wat zijn jullie bevindingen?” Het risico is anders dat er een ontkoppeling ontstaat. Om op A. terug te komen: toen ik over de telefoon toch contact kreeg met iemand van justitie, ontdekte ik dat hij daar niet de gehele waarheid had verteld… Zulke zaken kunnen vermeden worden door betere communicatie.
“Diaconie is een vindplaats van God” horen we. Een manier om te zeggen dat er een band bestaat tussen diaconie en Godsgeloof. Merk je dat in je werk?
Ja, heel sterk. Want bijvoorbeeld: ik heb al veel kindjes mogen dopen via het Onthaal, waarvan ik bijna zeker weet: die zouden anders nooit gedoopt worden. Het diaconale werk dat we hier doen is een verrassing voor mensen. We merken dat we daarmee iets aan het zeggen zijn, weliswaar niet met woorden, maar gewoon door wat we doen. Mensen komen bij ons aankloppen, zien ons bezig en vragen: “Waarom doen jullie dit?” En wanneer ze het Onthaal beter leren kennen, is er een groep die zegt: “Hier wil ik bijhoren”. Sommigen gaan zeggen: “Hier wil ik naar de kerk gaan, en ik wil bidden”.
Je moet weten, het kappelletje dat we hier openhouden, is hier in de buurt bekend als de kapel van de prostituees en van de armen. Want er staat een beeld van de heilige Rita, patrones van de hopeloze situaties. Heel veel mensen die hier komen herkennen zich een stuk in dat kapelletje.
“Jaarlijks ben ik op 15 augustus gaan preken in de Witte Kerk van Schilde. Ik vertelde dan over het Onthaal: wat heeft dat te maken met het feest van Onze Lieve Vrouw? En er groeide een inzamelactie van toiletartikelen en kleding voor het Onthaal. En zo bouw je dan iets. Want ik vind: er leeft heel veel solidariteit bij de mensen, maar ze weten het vaak niet. ”
De impact die we hebben kan soms heel groot zijn. We merken dat soms pas jaren later. Vorig jaar kreeg ik plots telefoon van een jonge vrouw, die zei: “Ik wil dat mijn vader in de Sint-Antionuskerk begraven wordt”. Toen bleek: ze werkte lokaal bij Dokters van de Wereld, en haar vader was hier vijf jaar lang een voedselpakket komen halen. En haar vader had altijd gezegd: “Als ze mij in Sint-Antonius niet geholpen hadden, dan had jij nooit kunnen gaan studeren”. Ik was daar zelf heel erg door aangegrepen: het was een beeldschone jonge vrouw, en ze heeft in de viering zelf een woordje gezegd, en ons eigenlijk vooral bedankt omdat wij haar vader geholpen hadden. En ze voegde eraan toe: “Dankzij jullie sta ik hier, en mag ik dit werk doen. Eigenlijk is het door jullie dat ik de keuze heb gemaakt mij in te zetten voor mensen die het moeilijk hebben”. En dan denk je: het gaat soms ver…
Als ik aan diaconie denk… veel mensen die hier komen hebben nood aan een luisterend oor. Die kunnen met hun verhaal nergens meer weg, of met het kruis dat ze dragen.
In Vlaanderen heb je heel wat solidariteitsorganisaties die zich inzetten voor de kwetsbare groepen in de samenleving. Ze zijn alert op hoe de situatie van kwetsbare mensen evolueert. Als je kijkt naar de huidige koers die onze samenleving vaart, zijn er dan ontwikkelingen waarover je aan de alarmbel wil trekken?
Ik heb de indruk dat hoe het nu loopt, niet in een goede richting gaat. De groep van alleenstaande moeders met kinderen in onze samenleving bijvoorbeeld: die is enorm aan het stijgen. Ik heb het dan niet alleen over de grote groep Oekraïners die we momenteel over de vloer krijgen. We merken het ook bij Belgische mensen: het uiteenvallen van huwelijken, wat mensen in een moeilijke financiële situatie brengt. Hier in het Onthaal gaan we er altijd van uit dat kinderen niet de dupe mogen worden van de situatie van hun ouders. Die kinderen moeten naar school kunnen gaan, we moeten extra aandacht voor hen hebben zodat ze daar later niet te veel gevolgen van dragen… Ja, in die groep zijn ook heel wat families van buitenlandse origine. Er mag best een beetje solidariteit gevraagd worden met mensen in zulke situaties.
Daarom heb ik zorgen voor de volgende verkiezingen: hoe succesvol het Vlaamse Belang er gaat uitkomen. Ook in onze parochie zijn er mensen die extreemrechtse uitspraken doen, zo van: “We kunnen toch niet iedereen opvangen. Dus het wordt hoog tijd dat er een hoop mensen worden teruggestuurd”. Ik begrijp niet goed dat je naar de kerk gaat en toch zulke dingen kunt zeggen… En dan merk ik: dit klinkt harder dan vroeger. Misschien leeft het al langer zo maar klonk het niet zo hard, lag het beter en rustiger en kon je hierrond een gesprek aangaan. De laatste periode merk ik dat de polarisatie op dit vlak heftiger klinkt en dat maakt mij heel bezorgd.
Adres- en contactgevens voor Onthaal Sint Antonius vindt u hier. Een kort artikel over hoe de vrijwilligers van Onthaal Sint Antonius omgingen met de corona lockdown vindt u hier op kerknet.