Een diaken is geen sociaal assistent en ook geen vervangpriester, wel een verbindingsfiguur.  (© NRV-SP)

Met Emmanuel Van Lierde leren we hoe het ambt van diaken verschillende invullingen kent. Een diaken oefent zijn roeping uit op drie domeinen of ‘diaconieën’: in de liturgie, in het Woord (de verkondiging) en in de naastenliefde. En dat telkens in een dienende rol.

Diaken Werner De Greve schetst zijn roeping en vertelt wat hem als diaken drijft en dagelijks naar de mensen brengt. 

 

INZICHT
Diakens moeten straatlopers zijn

Het diaconaat kent vanaf het Nieuwe Testament een hele geschiedenis waarbij het afhankelijk van plaats en tijd, van denominatie tot denominatie, anders werd ingevuld. Wat een diaken of diacones in de vroege tijd deed, valt daarom niet samen met wat diakens vandaag in de rooms-katholieke kerk doen. Door de eeuwen heen veranderde om zo te zeggen de ‘jobomschrijving’, maar dat geldt evenzeer voor de priesters en de bisschoppen. Diaconie slaat sinds de 8ste eeuw trouwens ook op kerkelijke instellingen zoals armenhuizen, kraamklinieken, weeshuizen, hospices enzovoort, die opgericht werden om armen, weduwen, toekomstige moeders, wezen, zieken en stervenden, pelgrims en vluchtelingen bij te staan. Maar naast organisaties was er het diaconaat als ambt binnen de drievoudige structuur van het ene wijdingssacrament: diaken, priester en bisschop.

Rond het jaar 1000 werd evenwel het priesterschap dominant en raakte het diaconaat in de Latijnse kerk in onbruik. Het was alleen nog een opstap naar het priesterschap (transeunte diakens of overgangsdiakens). Lantaarnontsteker 600 (© NRV-SP)

Tijdens het Tweede Vaticaans Concilie werd het permanent diaconaat binnen de rooms-katholieke kerk in ere hersteld, maar veel vragen over de invulling en de theologie van dat ambt zijn gebleven. Hoewel het duidelijk is dat het een eigen roeping, opdracht, zending en identiteit betreft, blijft er veel onduidelijkheid. Vaak komt ook bij de diakens de liturgie voorop te staan en nemen ze in parochies geen ‘dienende’ maar een ‘leidende’ taak op zich, vaak gedwongen in de rol van ‘vervangingspastoor’ bij gebrek aan priesters.

Ook de voorbereidende commissies van het Tweede Vaticaans Concilie verwezen naar het tekort aan en de overbelasting van priesters als reden om het permanent diaconaat opnieuw in te voeren. Vooral Duitse en Franse bisschoppen waren het idee genegen, omdat er in het naoorlogse Frankrijk en Duitsland veel armen waren en diakens een brugfunctie zouden kunnen vormen naar de armen en bij uitbreiding naar de samenleving. Zij werden gesteund door de missiebisschoppen die geconfronteerd werden met ver afgelegen gebieden die het zonder priester moesten stellen en waar diakens bepaalde taken zouden kunnen opnemen.
Na de nodige discussies vroeg de Belgische kardinaal Leo-Jozef Suenens om een stemming en daarbij sprak een meerderheid van de concilievaders zich uit voor het herstel van het permanent diaconaat. Die kerkvergadering zag de diakens als dienstbare mannen, die een verantwoordelijkheid opnemen in hun lokale gemeenschap, die geëngageerd zijn in het familiale en gezinsleven, maar die evenzeer voor het celibataire leven kunnen kiezen.

De dogmatische constitutie over de kerk Lumen Gentium stelt in nr. 29: “Op een lagere trap van de hiërarchie staan de diakens, die de handen opgelegd krijgen, ‘niet voor het priesterschap, maar voor een dienende functie’. Gesterkt door de sacramentele genade moeten zij in de ‘diaconie’ van de liturgie, van het Woord en van de liefde, in gemeenschap met de bisschop en zijn priesters, ten dienste staan van het volk Gods. […] Omdat zij zich gewijd hebben aan een taak van liefde en dienstbetoon, moeten de diakens de vermaning van de heilige Polycarpus voor ogen houden: ‘Barmhartig, vol ijver, zich gedragend volgens de waarheid van de Heer, die de dienaar van allen is geworden’”.

De diaken is geen door de kerk gemandateerde maatschappelijk werker of sociaal assistent. Het is ook niet zo dat de diaken alle kerkelijke dienstwerk op zich neemt, waardoor anderen het niet meer hoeven te doen. Diaconie blijft de opdracht van alle christenen en van de hele gemeenschap. Evenmin is de diaken door het priestertekort een vervangpriester die zijn ambt vooral liturgisch invult.

Die eng-sociale en die eng-liturgische invullingen dienen vermeden te worden, want ze bedreigen de oorspronkelijke diakenidentiteit. De diaken heeft een eigen roeping en zending.

Bij uitstek legt een diaken de verbinding tussen verkondiging, liturgie, diaconie en gemeenschapsopbouw. “De diaken verwijst onophoudelijk naar de diaconale roeping van de kerk, ook in de liturgie en de verkondiging. Alleen al door zijn aanwezigheid herinnert hij de geloofsgemeenschap eraan dat de nood van de mensen en de wereld haar aangaat”, schrijft Antoon Arens in zijn boek Als God gebeurt. Over christelijk geloof en inzet voor kwetsbare mensen (Halewijn, 2018, p. 178). Als gewijde ambtsdrager wijst de diaken de kerk op haar diaconale roeping.

Een diaken is niet alleen zelf mensen nabij in de naam van Christus, hij roept de gemeenschap ook op tot dienst aan mens en wereld.

Hij zal de naastenliefde van de gemeenschap aanwakkeren, bezielen en begeleiden. Hij zal ook steeds weer aandacht vragen voor de arme, gekwetste, zieke en rouwende mensen en erop aandringen hen niet te vergeten in ons kerk-zijn.

Het Concilie wees erop dat de diaken zijn roeping uitoefent op drie domeinen of ‘diaconieën’:

  1. in de liturgie,
  2. in het Woord (de verkondiging) en
  3. in de naastenliefde


Maar in die liturgie zal de diaken geen leidende taak opnemen, maar een dienende. Hij is er zoals hierboven aangegeven, om de gemeenschap te herinneren aan de voetwassing die wezenlijk met de eucharistie verbonden is.

In de liturgie, in de verkondiging en in de naastenliefde zal de diaken telkens een ‘icoon’ zijn van Christus, de dienaar.

We mogen het diaconaat niet beperken tot liefdadigheid. Het moet in veel ruimere zin gaan over de aandacht voor elke mens die ieder op een e22 voetwassing (© pixabay AI generated)igen manier nood heeft aan zorg en die elk op zijn of haar manier een ‘appel’ doet op de verantwoordelijkheid van anderen. Die visie is beslist van toepassing op diakens die een ‘profane’ job uitoefenen en die zoals de priester-arbeiders midden in het werkveld zoeken hoe ze Christus aanwezig kunnen stellen bij de mensen en hoe ze daar teken van zijn liefde kunnen zijn. 

Diakens zijn in die zin vooral verbindingsfiguren, tussen kerk en wereld, tussen Bijbel en leven, tussen liturgie, verkondiging en naastenliefde.

Juist die roeping om liefdevolle aandacht te schenken aan alle mensen, bovenal die in de periferie, maakt dat het ambt van diaken niet verengd mag worden tot de liturgie of de verkondiging. Hij moet zijn roeping vooral kunnen beleven in het dagelijkse leven tussen de mensen, tijdens de werkuren, in het verenigingsleven of in caritatieve instellingen.

De diaken is iemand die in naam van God openstaat voor de (zorg)vragen van anderen, niet om hen te overtuigen van zijn gelijk of om hen te bekeren, maar uit gratuite liefde die niets terug verwacht. Zo wordt de diaken een ‘icoon van Christus’ dienstbare zelfgave’, een teken van Gods liefde voor de wereld. Er zijn voor mensen is aldus de kern van het diaconaat.

 

GETUIGENIS
Naastenliefde volgens diaken Werner De Greve

“Mijn ouders hadden een sterk onrechtvaardigheidsgevoel. Dat kreeg ik zeker mee van hen. In de parochie van de Brugse Poort in Gent bestond er een kleinschalige sociale werking. Toenmalig onderpastoor Marcel De Meyer en de kleine zusters van Nazaret brachten een groepje jongeren van rond de 18 jaar samen om die werking verder uit te bouwen. Ik was een van hen. Elke zaterdagochtend gingen we bij mensen thuis helpen voor klusjes, om te behangen, hun tuintje op te knappen… Dat sociaal werk van de parochie breidde steeds verder uit.

In 1994 was Albert Van de Kerkhove er pastoor. Visionair als hij was, daagde hij mensen uit om het diaconaat in overweging te nemen. 22 Werner De Greve (© EmmanuelVanLierde)

Ik kende het ambt van diaken niet en had er nog nooit over gehoord.

Ik werkte toen al in een psychiatrisch ziekenhuis van de Broeders van Liefde en op een gegeven moment belde een kleine zuster me of ik die avond met mijn vrouw Veerle bij haar op gesprek kon komen. Ze vroeg ons op de man af of het diaconaat iets voor mij kon zijn. We stelden ons daar veel vragen bij. Wat doet een diaken? Wat houdt dat in? Wat willen ze van mij? Ik worstelde een jaar lang met dat voorstel en heb er veel mensen over gesproken. Langzaam rijpte dat idee en in augustus 1995 stelde ik me kandidaat. Na gesprekken met de leden van de commissie voor het diaconaat werd ik toegelaten en ik begon met nog altijd veel vraagtekens de opleiding. In 1998 werd ik tot diaken gewijd, 25 jaar geleden ondertussen.

 

Er zijn voor de ander

Ben je diaken door die wijding? Volgens het boekje wel. Ben je verpleegkundige als je afgestudeerd bent? Volgens je diploma wel. Ondertussen werk ik 41 jaar in dat psychiatrisch ziekenhuis. Ik vergelijk beide functies een beetje. De mensen met wie je op weg gaat en de ervaringen die je opdoet, maken je tot verpleegkundige of tot diaken.

Het zijn de mensen op mijn pad die mij op een andere manier leren diaken te zijn.

Als ik jong was, dacht ik dat ik allerlei acties moest ondernemen. Steeds meer besef ik dat het als diaken volstaat om er eenvoudig te zijn voor de ander. Er moet niet per se iets gebeuren. Dat je er bent, leidt al tot vreugde. Dat hebben de mensen mij geleerd. Mijn pastorale stage mocht ik indertijd doen in de Gentse gevangenis. Daar mag je niets doen, daar kun je niets doen. Daar kun je er alleen maar ‘zijn’. Daar heb ik dat ten volle mogen ervaren: dat gewoon er zijn voor de ander al voldoende is en je niet van alles moet doen.

Door je aanwezigheid laat je de ander voelen: ondanks alles wat er gebeurd is, wil ik er zijn voor jou. Jij bent de moeite waard. Zo maak je de godsnaam waar: ik zal er zijn voor jou.

Je maakt als mens een evolutie door. Je bent geen diaken, maar idealiter word je het steeds meer. Trouwens, je beleeft dat als koppel, je doet het niet alleen. Dat is positief. De gevangene, de zieke, de mens aan de kant van de samenleving – zij hebben mij het evangelie beter leren verstaan.

 

Verzakelijking doet hartelijkheid verdwijnen

Dat sociaal en diaconaal project in de parochie aan de Brugse Poort werd almaar groter. Daardoor werd het steeds meer geprofessionaliseerd en dreigde het zelfs de commerciële toer op te gaan. Daar had ik het moeilijk mee en onder andere daarom stapte ik uit die werking. De basisfilosofie van waaruit alles begonnen was, verwaterde en verdween. Het is merkwaardig te zien hoe een project dat groeit, meer structuur krijgt en daardoor professionaliseert, maar ook bureaucratiseert en verzakelijkt. De menselijkheid verdwijnt, terwijl het daar toch om te doen was? Intussen kreeg ik ook een nieuwe opdracht in een andere parochie. 22 eenzaamheid (© pixabay)

Waar ben ik momenteel mee bezig? Naast de vele huisbezoeken ga ik een dag per week langs bij De Sluis-Onze Thuis, een KRAS-werking aan de Kasteellaan in de buurt van de Dampoort. Mensen kunnen daar tussen 9 en 16 uur binnenlopen, de krant lezen, een kop koffie drinken, een babbeltje slaan of ’s middags een maaltijd nuttigen aan een schappelijke prijs. Het is symbolisch belangrijk dat er toch iets voor betaald wordt.

Eenzaamheid is een van de grootste kwalen van onze tijd.

Daarom is het zo cruciaal dat er mensen zijn die willen luisteren en eventueel kunnen helpen bij iets administratiefs of praktisch. Ik doe daar niets, ik mag er gewoon zijn.

 

Achtste sacrament

Alle diakens zijn verschillend en dat is ook goed. We hoeven niet allemaal hetzelfde te zijn of hetzelfde te doen. Tijdens de opleiding zei diaken Luc Pontzeele: ‘Het is niet altijd gemakkelijk om als diakens onze plaats te verwerven in de kerk, maar er is werk genoeg in de catacomben en dat is zeer zinvol’. Het is niet onze taak om op de barricaden en het podium te staan, om op te vallen.

Uit het gezichtsveld, achter de schermen is onze dienende plaats.

Soms staan we vooraan aan het altaar als diaken, maar dan is dat als vertegenwoordiger van de armen, de zieken en de gekwetsten. Om juist hen dichter bij Christus te brengen. Daar is hun plek. Trouwens, ik hoef niet altijd mee aan het altaar te staan in de liturgie. Als gehuwde wil ik ook gewoon in de kerk naast mijn echtgenote zitten. Als diakens mogen we de Blijde Boodschap uitdragen en krijgen we de kans mee in te staan voor de predicatie.

Verkondiging is belangrijk, maar het is nog crucialer dat we buiten het kerkgebouw getuigenis afleggen van ons geloof.

Dat doen we best door wie we zijn en wat we doen, in daden, meer dan in woorden. Soms zijn woorden nodig, maar liefst toch niet te veel.

Diakens en kerkmensen tout court moeten vooral de straat op gaan. De kansen om dienstbaar te zijn liggen er voor het grijpen. Wij moeten straatlopers zijn. Paus Franciscus vraagt ook om zulke pastorale straathoekwerkers die naar buiten, naar de periferie gaan. In de wereld moeten we dienstbaar zijn. Er zijn duizend kansen daartoe als je ze wilt zien.22 kwetsbaarheid (© pixabay)

Als je bij de mensen present bent, gebeurt er iets. Dan gebeurt God. Je moet er zijn.

Ik ben daarin een kind van Don Bosco. Die stelde ook dat je er gewoon moet zijn op de speelplaats of in de straat. Je hoeft daar niets bijzonders te doen, maar door er te zijn, zal je dingen opmerken, zien, proeven, ruiken, horen en voelen. Wat een sterk beeld van paus Franciscus om te zeggen dat herders naar hun schapen moeten ruiken. Zo is het. Kerkmensen zouden als goede bijen met voelsprieten moeten zijn die overal naartoe fladderen en die vervolgens in de liturgie en de gemeenschap kunnen binnenbrengen wat ze elders gevoeld, geproefd en geroken hebben.

De kerk heeft maar zin en betekenis als ze dicht bij de mensen aanwezig is.

Dan pas kan ze zoete honing leveren. Als ze heen en weer zoemt, dan zal ze zoetheid in het leven van mensen brengen in plaats van te steken door drempels op te werpen of moraliserend over te komen.

Sommigen merken op dat aanwezigheid en ontmoeting het achtste sacrament is. Daar komt het op aan. Ik doe veel huisbezoeken bij mensen. De nood daaraan is zo groot. Jij zet een stap naar mensen en komt in hun leven binnen. Het is niet: kom eens naar mijn bureau op mijn zitdag en op afspraak zoals bij het OCMW. Neen, het vertrekt vanuit de bereidheid om zelf op mensen toe te stappen en in hun leven binnen te treden. Daar krijg je ook meteen veel te zien, hoe mensen (over)leven. Je moet daar niet veel zeggen, alleen maar luisteren en mensen op verhaal laten komen. Jezus trok al weldoende rond. Hij ging naar hier en naar daar, en was zo bij de mensen present. Dan kon Hij iets voor hen betekenen.

Je moet God niet naar de ander brengen, Hij is er al. Je moet wel in beweging komen en naar de ander toegaan om bij hem of haar te zijn. Dat vereist dat je je eigen veilige cocon loslaat.

We cirkelen te veel in eigen kring als kerkmensen. We moeten naar buiten gaan. De verhalen die je van mensen te horen krijgt, zijn vaak zo complex. Je kunt dan niet veel doen, tenzij zeggen: ‘’t Is niet gemakkelijk voor u. Ik denk aan u’. In jezelf bedenk je: ‘Verdomme toch, hoe is het mogelijk?’ Er komt wat los als je luistert en dan merk je: ieder huisje heeft zijn kruisje. Luisteren, luisteren, luisteren: dat hebben we als kerk nog te leren, meer dan ooit.

 

Geen vervangpriesters

Ik geloof niet zo in groepscatecheses voor communicanten. Al die inzet die de kerk daar al ingestoken heeft en wat heeft het opgebracht? Ik verkies die gezinnen één voor een te bezoeken en er persoonlijke gesprekken mee te voeren. Ik maak liever tijd voor elkeen apart dan zo’n groepssamenkomst te beleggen. Het lijkt me veel belangrijker om zoals in het verhaal van de Emmaüsgangers met mensen op stap te gaan.

Dat je naar hun verhaal hebt geluisterd en er voor hen was, dat je mee onder hun kruis ging staan; dat onthouden ze voor altijd. Dan weten ze dat er iemand voor hen is en dan vinden ze de weg terug.

Er is veel negatief nieuws in de media. De kerk kan tegendraads zijn door goed nieuws en hoop te brengen. Er zijn veel tekenen van hoop en van kleine goedheid, maar die halen het nieuws niet. Het evangelie zie ik als een bundeling van allerlei kleine hoopverhalen, verhalen van opstanding en verrijzenis. Dat zijn geen overdonderende gebeurtenissen, maar kleinschalige sprankeltjes licht. Edoch, vandaag vormen die verhalen een antidotum tegen alle negativiteit en polarisatie. Laat mij maar tijdens huisbezoeken zo’n sprankeltjes hoop en licht brengen. 22 nabijzijn (© pixabay)

Het risico is groot dat diakens ingeschakeld worden als vervangpriesters en dat ze vooral ingezet worden in de liturgie en de verkondiging, maar dan lopen we vast op een dood spoor voor ons ambt.

Als we verworden tot vervangpriesters, dan is dat de doodsteek voor het diaconaat.

We moeten daar waakzaam over zijn dat de liturgie niet het enige wordt dat diakens doen en goed nagaan wat zinvol is en wat niet binnen de liturgie. Door de wijding mogen diakens dopen, preken in de eucharistie en voorgaan in uitvaarten en huwelijken zonder eucharistie. Als je die uitvaarten koppelt aan een werking rond rouw met de nodige nazorg, dan past dat perfect in de diaconie.

Vanuit het Gentse ziekenhuis Jan Palfijn zijn er eveneens af en toe vragen om in te staan voor een afscheid van iemand, soms in samenwerking met de vrijzinnige of de islamitische collega. Dat gaat vaak over mensen uit de marge. Het is zinvol mee in te staan voor zulke stadsbegrafenissen en eenzame uitvaarten. Het is belangrijk dat dat over de grenzen van de levensbeschouwingen heen gebeurt. We zijn als christenen niet beter dan anderen en we mogen niet in ons clubje blijven steken. We dienen voluit in de wereld te staan zoals die nu is en daarin willen we een teken zijn van Gods liefde.

Als christenen in de wereld staan vanuit een actief pluralisme maar ook met een duidelijke identiteit, dan wordt dat aanvaard, begrepen en erkend.

Tegen afzondering en klerikalisme moeten we optreden. Al te vaak spelen macht en geld ook in onze kerk een rol. Sommigen beseffen het van zichzelf niet hoe klerikaal ze zijn… Waakzaamheid voor die verleiding is altijd geboden.

 

Meer verzet en meer vreugde22 kerkvreugde (© pixabay)

Waarom behoort de diaconie tot het wezen van de kerk? Omdat het dat is wat Jezus deed. In de Schrift is er veel sprake over recht doen, over gerechtigheid, over mensen doen opstaan en verrijzen, hen nieuwe kansen en aldus nieuw leven schenken. Vanuit een groot onrechtvaardigheidsgevoel en vanuit verontwaardiging over onrecht zoek je naar meer rechtvaardigheid. Je kunt niet bij de pakken blijven zitten, je moet iets doen en je komt in het verzet. Van Franciscus Van Assisi, Don Bosco over Hélder Câmara tot Jacques Gaillot; ze zijn daarin mijn voorbeeld.

Als de kerk niet protesteert tegen onrecht en opkomt voor de verdrukten, dan dient ze tot niets.

De kerk mag niet te braaf zijn. Ze mag vaker een dwarsligger zijn, tegendraads en koppig. De kerk moet aanklagen wat niet juist is en solidair zijn met wie onrecht wordt aangedaan. Als de kerk in de toekomst gewaardeerd zal worden, dan zal het vooral omwille van haar dienstbaarheid zijn.

Daarnaast zou ik graag een meer vreugdevolle kerk zien. Waarom kan er niet meer gelachen worden in onze kerken? Het mag toch aan ons te zien zijn dat we leven vanuit een Blijde Boodschap? Christenen zouden iets van geluk mogen uitstralen. Het zou aan ons te zien moeten zijn dat wij leven vanuit Gods levengevend Woord. En vreugde werkt aanstekelijk.”

 

VERWERKINGSVRAGEN

  • Ben jij vertrouwd met het ambt van diaken? Wat is volgens jou de ‘jobomschrijving’ die bij dit kerkelijke ambt hoort? Wat doet een diaken en hoe verschilt dat ambt van het priesterschap?
  • Ken jij in je omgeving diakens? Hoe vullen zij hun ambt in? Wat doen zij inzake dienstbaarheid, liturgie, verkondiging en kerkopbouw?
  • Welke accenten uit het getuigenis van diaken Werner De Greve spreken jou aan? Wat vind jij belangrijk of opmerkelijk in zijn verhaal?

 

regenboog mensen 300 (© pixabay)


Clipboard01

Reeks over 'naastenliefde'

In deze reeks rond de christelijke naastenliefde, barmhartigheid en solidariteit brengt theoloog Emmanuel Van Lierde (vrijwillig wetenschappelijk medewerker van de faculteit Theologie & Religiewetenschappen, KU Leuven) telkens een kleine duiding, waarna een getuigenis volgt.

Dankzij de verwerkingsvragen aan het einde kunt u individueel of in groep verder reflecteren over de eigenheid van de christelijke naastenliefde.

Bovenal wil de reeks u inspiratie bieden voor uw persoonlijk geloof en uw engagementen.

BroederlijkDelen logoNEW FullColorWeb 160px logocaritas 110px Caritas int be cmyk 110px Afbeelding7 orbit2 paxchristi present logo 110 180228 LogoWZS 120px wzz logo vzw 200px