Gisteren vanzelfsprekend, vandaag een uitdaging: God hoorbaar en zichtbaar maken in de samenleving en je geloof delen met anderen. (© NRV-SP)

Is christelijke naastenliefde gelijk te schakelen met menselijke liefdadigheid? Waarom hamert de Kerk op de eigenheid van christelijke naastenliefde, caritas en diaconie? Met Emmanuel Van Lierde ontdekken we dat het belangrijk is om de link tussen sociale inzet en geloof te blijven leggen, want de opdracht blijft hoe dan ook mensen bij Jezus te brengen, hen Zijn liefde en barmhartigheid te tonen en te laten ontdekken. 
Xenner, als Kempense vertaling van de Godsnaam Jahwe, Ik ben er, toont concreet hoe sociale inzet precies het geloof in Jezus als grondslag kan hebben. Griet Van Coillie en Mark Bergmans van de werkgroep diaconie in pastorale eenheid Mol-Balen, vertellen honderduit over hun ervaringen met verschillende vormen van innovatieve diaconie. 

 

INZICHT
Goeddoen is des mensen 

Wat is typisch christelijk? Valt er wel of niet een verschil te maken tussen de christelijke naastenliefde en niet-christelijke liefdadigheid? Zo dat onderscheid bestaat, dan wellicht allereerst in de motivatie en de inspiratie van waaruit we onze naasten helpen. Christenen worden daarin aangemoedigd door het voorbeeld van Christus en vanuit hun specifiek Godsbeeld. Bij het verhaal over het Laatste Oordeel (Mattheüs 25, 31-46) of de parabel van de barmhartige Samaritaan speelt je geloof geen rol. Die parabels reppen met geen woord over je gezindheid en of je al dan niet gelovige motieven hebt. Dat doet er niet toe, als je het goede maar doet. Medelijden krijgen met iemand in nood, is dus niet voorbehouden aan christenen. Getroffen zijn door een tragedie of drama en daaraan willen verhelpen, is algemeen menselijk. Zo je niet geraakt wordt door de miserie die je ziet, heb je geen hart en ben je onverschillig. De inzet voor de ander ontspruit aan de gevoeligheid van het hart: je bent hartelijk of harteloos. 

Ook ons geweten speelt daarbij een rol: van nature uit voelen we aan, “weten” we wat goed en juist is om te doen. Gelovigen en niet-gelovigen houden er niet noodzakelijk een andere ethiek of een ander soort menslievendheid of andere waarden op na. “Goeddoen is des mensen”, stelt theoloog Antoon Arens in zijn boek AlsLantaarnontsteker 600 (© NRV-SP) God gebeurt. “Ook in onze seculiere samenleving gebeurt onnoemelijk veel schoons.” In essentie voegen de Bijbel, de Tien Geboden of de Bergrede geen nieuwe morele regels toe aan wat mensen ook vanuit hun rede aan ethiek ontwikkelen. Alleen zet het die moraal op scherp en zien we in het evangelie een radicalisering van waarden en normen omdat er gepleit wordt voor een liefde tot het uiterste toe. 

Als er geen moreel verschil is in de praktijk van gelovigen en niet-gelovigen, waarom vindt de kerk het dan zo belangrijk te hameren op de eigenheid van de christelijke naastenliefde? Waarom hecht ze er dan toch zo’n belang aan dat de link tussen diaconie en geloof gelegd blijft worden? Zo stelt paus Benedictus XVI in zijn encycliek Deus caritas est (nr. 25a) dat “de dienst van de liefde voor de kerk niet een soort welzijnswerk is dat men ook aan anderen zou kunnen overlaten”.

Diaconie is niet zomaar gelijk te schakelen met sociaal engagement. Maar waarin onderscheidt de kerkelijke inzet zich dan van ander sociaal werk?

Nogmaals, gelukkig gebeurt ook buiten de kerk veel goeds en we mogen ons verheugen in alle vormen van dienstbaarheid. Bovendien engageren veel christenen zich in niet-kerkelijke organisaties met een goed doel, wat eveneens lovenswaardig en aan te moedigen is, omdat zij het goede dat in de samenleving gebeurt, op die manier mee ondersteunen, eraan meedoen en kracht bijzetten. Niet op alles hoeft het etiket ‘christelijk’ te kleven. Tegelijk is het zo dat het christendom op een bijzondere wijze appelleert tot radicale naastenliefde (mateloos, universeel en onbaatzuchtig), maar dat geloof rust ons ook toe met de liefde van God zodat we die kunnen doorgeven.

De ontvangen liefde van God stelt ons in staat tot naastenliefde en schenkt ons het vermogen om vreemde anderen te beminnen, wat we op eigen kracht, vanuit spontane neigingen of natuurlijke logica’s niet zouden kunnen of doen.

Er is daartoe een ‘be-geest-ering’ van elders en zo word ik een doorgeefluik van Gods liefde. Tot slot verhindert het geloof dat onze liefdesbekwaamheid erodeert, stelt Antoon Arens. Het behoedt er ons voor eelt op onze ziel te krijgen. Het opent steeds weer onze harten voor de naasten en veeleer dan af te zwakken, zoekt het ons aan te sporen een tandje bij te steken. Altijd weer zoekt God het beste in ons naar boven te halen. Het geloof is dus een sterk appel, een voedingsbron en een motivatie tot volhardende naastenliefde20 nationaliteiten wereldbol 600 (© pixabay)

Toch beklemtoont de katholieke kerk het verschil tussen diaconie en filantropie, en waarschuwt ze voor het risico dat de christelijke naastenliefde verwordt tot filantropie. Daarmee is de kerk niet tegen filantropie, maar ze stelt vast dat bij solidariteitsorganisaties en ngo’s toch vaak een bepaalde agenda bewust of onbewust meespeelt die geen recht doet aan de integrale menselijke ontwikkeling en die vaak slechts focust op een specifieke symptoombestrijding, maar niet de oorzaken van het probleem aanpakt. Daardoor dragen louter financiële en materiële hulp niet meteen bij aan het empoweren van mensen, aan hun emancipatie en bevrijding. Daarnaast is er mogelijk te weinig respect voor de ieders menselijke waardigheid. Het komt erop aan de ander altijd als subject te respecteren en niet als object te behandelen. Dat wil zeggen dat de ander in nood zelf zeggingschap heeft over diens toekomst en dat er niet boven diens hoofd wordt gehandeld. Er wordt uitgegaan van een herschafsfreie relatie waarin geen machtsaanspraken spelen en waarin de kwetsbaren gelijkwaardige gesprekspartners zijn. Vaak begint dat trouwens bij het bewerken van de emancipatie en de subjectwording van de ontrechten, door te maken dat de stemlozen een stem krijgen en gehoord worden.

Elke bevoogdende en paternalistische houding is nefast omdat ze de ander juist tot object van jouw hulp maakt.

De diaconie beoogt dus de integrale menselijke ontwikkeling met oog voor alle dimensies en de totaliteit van het mens-zijn en ijvert voor de bevrijding van de mens in evangelische zin. Dat laatste kan maar voor ogen worden gehouden als de relatie met Jezus Christus mee zindert. Voor de kerk is een sociale boodschap en een concrete inzet niet genoeg. Als het daarbij blijft, dreigen kerkelijke organisaties ngo’s te worden. De missionaire dynamiek mag niet ondergesneeuwd geraken. De opdracht blijft hoe dan ook mensen bij Jezus te brengen, hen Zijn liefde en barmhartigheid te tonen en te laten ontdekken. 20 logo kerkaanhetwerk 600 (© NRV)

Door het koloniale verleden associëren gelovigen missionering helaas met zieltjeswinnerij en prosiletisme, waardoor er als het ware een permanente angst ontstond om je geloof aan anderen op te dringen. Er kwam een tolerantie voor alle andere meningen in de plaats die vooral ook zwijgt over de eigen overtuiging. Maar die evolutie maakt dat de gedoopten vandaag durven noch wensen de christelijke boodschap nog als goed nieuws te belijden. De missionaire overtuiging van de kerk brengt hen zelfs in verlegenheid. Wat moet je met een geloof dat de waarheid claimt? Zijn niet alle religies evenwaardig? Is waarheid niet relatief geworden? Wat is waarheid?

Uit vrees van intolerantie beschuldigd te worden, wordt over God en de geloofsinhouden gezwegen, maar wie zijn christelijke godsdienst ernstig wil nemen, kan niet anders dan zich vroeg of laat uit te spreken voor de God van Jezus Christus.

Het is aan gelovigen om God hoorbaar en zichtbaar te maken in de wereld. Hoe zouden ze de schat die ze zelf gevonden hebben, voor anderen verborgen kunnen houden? Wat hen ten diepste vervuld en gelukkig maakt, willen ze toch ook delen met anderen?

 

GETUIGENIS
Naastenliefde volgens Griet Van Coillie en Mark Bergmans (werkgroep diaconie, pastorale eenheid Mol-Balen)

Griet Van Coillie: “Van in mijn studententijd was ik veel bezig met het luisteren naar mensen. Ik ondervond dat dat zinvol was: mensen op verhaal laten komen. Vaak hielp dat ook om mensen weer hun plek te laten vinden in een gemeenschap. Die twee zaken werden rode draden in mijn leven: mensen verbinden met elkaar en hen beluisteren vanuit nabijheid en presentie. Lange tijd mocht ik dat vormgeven binnen het ziekenhuispastoraat, tot ik een paar jaar geleden in de pastorale eenheid Mol-Balen belandde als parochie-assistente, verantwoordelijk voor de diaconie. 20 Griet Van Coillie en Mark Bergmans (© evl)

Voor mij was al vlug de cruciale vraag hoe we als kerk zo dicht mogelijk bij mensen kunnen komen. De kerk moet daar zijn waar er noden zijn.

Maar hoe weten we als gelovigen waar de noden in onze buurt zijn? Wie zijn de armen, de zwaksten, de uitgeslotenen, de mensen aan de rand in onze pastorale eenheid? En hoe kunnen we hen ontmoeten? Daaruit is het idee ontstaan van de Xennercaravan, want met veel klassieke kerkelijke activiteiten bereiken we die mensen niet. Met die caravan die we konden aankopen dankzij de sponsoring vanuit Space for Grace, rijden we in de zomermaanden zelf naar vijf zorgvuldig gekozen plekken, waar we één keer in de maand gedurende drie uur postvatten. Zo houden we halt aan het woonzorgcentrum Ter Vest in Balen, aan de kerk van Gompel op het moment dat in die kerk de solidariteitswinkel plaatsvindt, aan de kerk van Achterbos met een werking voor ‘Mensen in nood’, in Ginderbuiten en in Wezel, aan het Pauluspleintje in de stationsbuurt van Mol en in de wijk van ‘de Woonboog’.”

Mark Bergmans: “Dat zijn buurten met ouderen en eenzamen, of met mensen met een migratieachtergrond en vluchtelingen. Xenner steunt op een groep van acht vrijwilligers die allemaal ervaring hebben met het luisteren naar anderen, bijvoorbeeld als sociaal assistent of als medewerker bij Tele-Onthaal. Ze bieden er een luisterend oor en zetten in op verbinding. Ze beogen dus ook dat mensen uit de buurt aan de caravan met elkaar in gesprek kunnen gaan. Iedereen is welkom, maar ze hebben bijzondere aandacht voor mensen in kansarmoede, mensen die eenzaam zijn of dreigen te vereenzamen en voor mensen van vreemde origine. In een kerk of een pastorie komen mensen moeilijk langs, terwijl die caravan laagdrempelig is. Het nodigt uit om erbij te komen zitten en mee een kop koffie of thee of een glas fruitsap te drinken. Die gastvrijheid en openheid zijn belangrijk. Pas wanneer iemand zich daardoor op zijn gemak voelt, kan een dieper gesprek tot stand komen.”

 

De godsnaam waarmaken

Griet Van Coillie: “Het klinkt gemakkelijk, maar dat is het niet. Allereerst is er het praktische werk met de caravan, de stoelen en de tafel, de parasols en de zonnetenten… Vervolgens weet je niet of er volk zal langskomen. Dat is geen succesverhaal met aanschuivende rijen. Massa’s mensen zouden trouwens belemmerend werken om elkaar in kwetsbaarheid te ontmoeten. Maar je wilt omgekeerd ook geen hele middag lege stoelen voor je hebben. Soms hebben we al gedacht dat het op een specifieke locatie niet werkt omdat er geen mensen langskomen. En dan ineens zijn er wel diverse bezoekers. Je kunt niets forceren en zo’n project heeft tijd nodig om te groeien. Tot nu toe is het onze vaststelling dat het zinvol is, dat het de moeite waard is omdat de mensen die naar ons gekomen zijn, er duidelijk deugd aan hadden. Actief naar anderen luisteren vraagt altijd weer een inspanning. De filosofie achter ons project steunt op de presentiebenadering van de Nederlandse hoogleraar Andries Baart. We gaan naar mensen toe om er helemaal voor hen te zijn, om hen kansen te bieden om op verhaal te komen bij ons en bij elkaar. Voor ons als christenen is die aanpak ook ten diepste verweven met wie onze God is. In het boek Exodus staat dat Hij de ellende van Zijn volk hoort en aan Mozes deelt Hij Zijn naam mee: Jahwe, Ik ben die er zal zijn, Ik ben er voor jou.

Als je de godsnaam ‘Ik ben er’ in het Kempisch dialect vertaalt, krijg je ‘Xenner’. Die naam is een opdracht voor ons.

Zoals God er is voor Zijn volk, zo zijn ook de gelovigen geroepen er te zijn voor anderen. Zoals God Mozes zond, zo zijn ook wij vandaag door Hem gezonden om anderen te bevrijden en hen nieuw leven te brengen. In ons logo heb je de Griekse letters P en X zoals bij Pax Christi en de Chiro. Het zijn de letters die verwijzen naar Christus. We willen ons geloof niet opdringen en zelden is er een echt geloofsgesprek. Soms wordt er wel naar onze inspiratie gevraagd: waarom we dat doen met die caravan. Dan kun je eventjes getuigenis afleggen van je geloof. Vraag ons niet wat dit initiatief opbrengt en wat het resultaat is. Dat is niet meetbaar in bijkomende kerkgangers of bekeerlingen. Ik zie wel dat er een goede sfeer is tussen de vrijwilligers, dat zij elkaar steunen en zin geven, en dat er vanuit die groep een nieuw elan ontstaat voor innovatieve samenwerkingen in de buurt.” 20 Xenner caravan 600 (© Xenner)

Mark Bergmans: “We zoeken inderdaad om de godsnaam waar te maken door er te zijn voor onze naasten. We hoeven het niet expliciet over geloof te hebben, maar we steken onze christelijke identiteit ook niet weg. Vanuit de vreugde van het evangelie gaan we de straat op, zoals paus Franciscus vraagt. Dat doen we altijd met een klein hartje, want je weet niet of je aanwezigheid gewaardeerd zal worden. Tegelijk ervaren we onszelf als pelgrims die samen met anderen op weg willen gaan in het spoor van de Emmaüsgangers. Of denk ook aan Lucas 10: ‘Hij zond hen twee aan twee uit naar de plaatsen waar Hijzelf van plan was te gaan. Hij zei: “Neem niets mee voor onderweg, eet wat mensen je voorschotelen, blijf daar waar je goed ontvangen wordt en laat je eerste woord ‘vrede’ zijn!”’.

Als je op vreemden toestapt, weet je niet wat je te wachten staat. Het is onvoorspelbaar, maar net daardoor kunnen verrassende ontmoetingen tot stand komen met hartverwarmende verhalen.

Het vraagt dat je je openstelt voor het onverwachte. Dan kunnen mooie dingen gebeuren. Op de Xennercaravan staat te lezen: ‘een verhaal van samen’. De vrijwilligers begeven zich op weg zonder te weten wie of wat ze zullen tegenkomen, maar toch ontstaan er altijd verbindingen met mensen en de vrucht daarvan is dat er nieuwe samenwerkingen ontstaan die het sociale weefsel in de wijken versterkt.”

 

Innovatief

Griet Van Coillie: “Eind 2023 knoopten we aan dit innovatieve pastorale project om mensen nabij te zijn, ook een liturgisch verhaal met laagdrempelige Jesjoeavieringen. Die zijn gericht op de brede zinzoekers. We hanteren daarbij een verstaanbare taal en gebruiken teksten die nauw bij het leven aansluiten. We gebruiken veel zang, muziek en kunst, en we streven naar actieve participatie. We zoeken bijvoorbeeld naar vragen die mensen aanzetten om actief mee na te denken over de betekenis van een evangelietekst. Aan de ingang delen we post-its uit om voorbeden op te formuleren. Wie wil, kan dat zelf voorlezen of door ons laten voorlezen of die bede als een stille intentie naar voren brengen met een kaars. Die aanpak werkt. Mensen schrijven effectief voorbeden neer op onze post-its en appreciëren het dat ze zo actief kunnen meedoen. Toen ik nadacht over het project met de caravan koesterde ik de hoop dat er uit Xenner kleine gemeenschappen zouden ontstaan en dat die ook zouden samenkomen voor zingevingsmomenten, dat het op een of andere manier zou leiden tot liturgische vieringen. Dat gebeurde ook, maar niet zoals ik verwachtte. De voedingsbodem is breder. Mensen zoeken echt naar zin en verbondenheid. Dat bracht ons tot zingevende bijeenkomsten waar ook mensen die ver van de kerk staan, elkaar treffen. Zo is er de jaarlijkse troostwandeling die we samen met Ferm organiseren en op Wereldlichtjesdag houden we met het Huis van de Mens een lichtmoment voor overleden kinderen.

Bij dergelijke momenten gaat het om een bredere spiritualiteit voor mensen die rouwen om het verlies van een dierbare of van een kind, terwijl bij onze vieringen duidelijk de figuur van Jezus centraal staat.

We gebruiken zijn oorspronkelijke Aramese naam voor de vieringen: Jesjoea. We gebruiken bewust het voorgeschreven evangelie van de betreffende zondag. We gaan onder het Woord van God staan, ook als het een minder makkelijke tekst is. Het is niet ons opzet de gewone kerkgangers uit hun parochieviering weg te halen. Dit zijn vieringen voor mensen die normaal niet meteen naar de kerk gaan, die het weleens moeilijk hebben met het kerkinstituut, maar die toch bewogen worden door de figuur van Jezus van Nazareth. Hij blijft mensen fascineren en uitdagen. Tijdens twee avonden bereiden we die vieringen voor en zoeken we echt hoe we de evangelische boodschap kunnen actualiseren en wat we willen meegeven aan de aanwezigen. Daarbij zoeken we bewust hoe we interactie kunnen creëren en we streven ernaar alle zintuigen aan te spreken. Een mens is meer dan alleen verstand.” 20 Xenner caravan mensen 600 (© Xenner)

 

DNA van de christen

Mark Bergmans: “Veel van wat we doen, doen we in samenwerking met andere organisaties. Ondertussen zijn er meer dan dertig partners waarmee we samen zoeken hoe we dienstbaar en verbindend actief kunnen zijn. We blijven niet in ons kerkelijke kringetje en werken ook met andere levensbeschouwingen samen, zolang het maar de solidariteit en de verbondenheid ten goede komt. Vroeger was het wellicht ondenkbaar dat je vanuit de kerk zou samenwerken met vrijzinnigen. De tijden zijn evenwel veranderd. We kunnen niet langer in ons eigen clubje blijven hangen. Enerzijds omdat we minder mankracht hebben en veel vrijwilligers in de kerk op leeftijd zijn. De fut is er soms uit. Anderzijds omdat we terug moeten leren een dienstbare kerk te zijn.

Door de vluchtelingencrisis treffen we soms daklozen aan die een onderkomen zoeken. Daar weten wij als kerk niet mee om te gaan. We zouden nog sneller de politie bellen om hen weg te sturen dan hen te helpen. Dat klopt toch niet. We moeten zoeken hoe we zulke mensen kunnen integreren in de gemeenschap en wat we voor hen kunnen doen. Met onze diaconiegroep zoeken we wat we kunnen doen voor vluchtelingen en migranten, voor armen en eenzamen. Dat is een leerschool en er blijven nog domeinen waar we meer kunnen doen, bijvoorbeeld in de zorg voor de schepping of in het vredeswerk. Daar kunnen we nog een tandje bijsteken, maar je kan ook niet in alles tegelijk actief zijn. Toch zouden we als christenen vanzelf gedreven moeten worden tot naastenliefde.

Als je noden ziet, kom je tussen en doe je iets. Je kunt niet stellen dat het jouw probleem niet is en je niet verantwoordelijk bent. Zo’n onverschilligheid past niet voor christenen.

Geraakt worden door noden die je ziet en iets willen doen; dat zou onze basisattitude moeten zijn. Toch zie ik nu veel middelmatigheid en burgerlijkheid, ofwel onmacht tegen alle uitdagingen die op ons afkomen. In beide gevallen komen we niet in beweging en doen we niets, maar zo houden we het onrecht, de armoede en de ongelijkheid in stand. Beter trachten iets kleins te doen, dan niets doen. Twee van onze twaalf kerken – de ene is trouwens aan de eredienst onttrokken, maar heeft nog geen nieuwe bestemming – doen dienst als stockplaats voor tweedehandsspullen waarmee mensen in nood geholpen kunnen worden. Er is veel sympathie voor het initiatief en voor het prachtige werk dat een dertigtal vrijwilligers daar doet. Juist doordat zo’n solidariteitswinkel in een kerkgebouw plaatsvindt, wordt de band duidelijk tussen kerk en inzet voor de naaste, tussen geloof en naastenliefde. Dat veel vluchtelingen en armen er naartoe komen, toont hoe belangrijk dat aanbod is. De zorg voor armen, voor mensen aan de rand en voor vluchtelingen zou altijd in ons DNA als christen moeten zitten.”

 

Oekraïens Kerstfeest in Mol

Griet Van Coillie: “Onze aandacht voor de Oekraïense vluchtelingen heeft wel veel losgeweekt. Dat ze bij ons hun verhaal mochten vertellen, heeft veel voor hen betekend en daaruit ontstonden mooie vriendschapsbanden. Zij vieren Kerstmis pas met Epifanie. We boden hen de ruimte om samen met ons hun kerstfeest te vieren. Ze hebben de gewoonte om dan sterren te maken. Ze lieten een grote ster uit Oekraïne overkomen en maakten met de eerste communicantjes sterren. Samen Kerst vieren en de getuigenissen en de zang van die vluchtelingen aanhoren, was voor iedereen een pakkend moment en dat heeft de onderlinge verbondenheid versterkt.

Via Xenner komen zulke banden tot stand en kunnen we een nieuw publiek bereiken. Het begint bij de caravan en op straat, maar soms leidt het tot meer en sluiten mensen ook aan bij onze vieringen. Waarom voelen sommige mensen zich niet welkom of niet thuis in onze liturgie? Voor mensen in armoede zijn onze vieringen soms te intellectueel en te burgerlijk. Wat kunnen we doen opdat ze zich wel welkom weten? Dat zijn blijvende aandachtspunten. Zo hebben we een QR-code aangebracht waarmee mensen van vreemde origine de preek in hun taal kunnen omzetten. Als de allochtonen niet in onze vieringen present waren, dan halveert meteen het aantal kerkgangers in Mol. Het is dankzij hen dat onze kerk opleeft.”

 

Het verschil maken

Mark Bergmans: “Op vijf minuten van onze deur wonen Kosovaren, Oeigoeren, Oekraïners… Er is geen conflict in de wereld gaande, of er leeft iemand in onze omgeving die daarmee te maken had en daardoor op de vlucht is geslagen. Je kunt niet zeggen dat die conflicten ver van ons bed zijn. Door de migratie komen die conflicten tot bij ons. We zien het gebeuren op de televisie, maar beseffen niet dat de slachtoffers ervan bij ons om de hoek wonen. We wassen onze handen in onschuld, zolang we het zelf maar goed hebben. Die houding klopt niet voor een christen. Je kunt je niet neerleggen bij al dat onrecht. Je moet uit je comfortzone komen. Met20 Xenner logo (© Xenner) een kleine inspanning kun je minstens een poging doen om de mensen uit je buurt te ontmoeten en kun je iets voor hen betekenen door te ijveren voor hun integratie in de gemeenschap, door in te zetten op verbinding. 

Zo plannen we op de Wereldvluchtelingendag met de verschillende levensbeschouwingen een ontmoetingsdag met vluchtelingen. Er gebeurt nog altijd veel moois zonder dat het aan de grote klok wordt gehangen, maar ik vind dat er vanuit de kerk en de gelovigen meer kan gebeuren dan nu het geval is. Als je consequent bent als gelovige, laat het lot van anderen je niet koud en dan word je gedreven tot engagement voor de naaste.

Je zal de wereld niet veranderen, maar door kleine goedheid verander je wel het leven van deze of gene concrete mens en dat heeft ook eeuwigheidswaarde.

We mogen ons niet neerleggen bij de gang van zaken. Voor die ene mens kun je het verschil maken en dat kan met kleinigheden. Soms volstaat een luisterend oor. Ook voor de zorg voor de planeet kunnen we veel meer doen, bijvoorbeeld door een bijenhotel te plaatsen. Zo bescherm je de biodiversiteit. Dat vergt toch geen grote inspanningen? Paus Franciscus reikt ons zoveel impulsen aan. Als we allemaal enkele kleine zaken ter harte nemen, zou de wereld er al veel beter uit zien.”

 

VERWERKINGSVRAGEN 

  • Waar ligt voor jou het verschil tussen christelijke naastenliefde en niet-christelijke liefdadigheid, tussen diaconie en filantropie?
  • Hoe kunnen er linken gelegd worden tussen geloof en engagement, tussen liturgie en diaconie?
  • Hoe kun je vanuit de kerk volgens jou de armen en de zwaksten, de eenzamen en de ouderen, de vreemdelingen en de vluchtelingen en al wie in de marge verkeert, ontmoeten? Hoe kunnen gelovigen volgens jou de noden in hun buurt op het spoor komen?
  • Welke drempels ervaar je zelf om op vreemden toe te stappen? Wat stelt jou in de gelegenheid of wat helpt om dat te doen en wat is jouw ervaring daarmee?
  • Uit het getuigenis blijkt dat de kerk het soms moeilijk heeft met haar diaconie tegenover daklozen, armen en vluchtelingen of andere doelgroepen. Deel je die ervaring? Wat kan de oorzaak daarvan zijn?
  • Hoe de onverschilligheid doorbreken en het verschil maken?
  • Hoe houdt de presentiebenadering verband met de godsnaam Jahwe? Hoe poog jij die naam waar te maken?
  • Vind je het belangrijk mensen in contact te brengen met Jezus?

 

 regenboog mensen 666 300 (© pixabay)

 


Clipboard01

Reeks over 'naastenliefde'

In deze reeks rond de christelijke naastenliefde, barmhartigheid en solidariteit brengt theoloog Emmanuel Van Lierde (vrijwillig wetenschappelijk medewerker van de faculteit Theologie & Religiewetenschappen, KU Leuven) telkens een kleine duiding, waarna een getuigenis volgt.

Dankzij de verwerkingsvragen aan het einde kunt u individueel of in groep verder reflecteren over de eigenheid van de christelijke naastenliefde.

Bovenal wil de reeks u inspiratie bieden voor uw persoonlijk geloof en uw engagementen.

BroederlijkDelen logoNEW FullColorWeb 160px logocaritas 110px Caritas int be cmyk 110px Afbeelding7 orbit2 paxchristi present logo 110 180228 LogoWZS 120px wzz logo vzw 200px