Ondanks de verzorgingsstaat en een goed uitgebouwde sociale zekerheid, zijn er nog altijd mensen die uit de boot vallen. (© NRV-SP)

Om te zien wat er leeft, te oordelen wat nodig is en te handelen ten bate van wie vandaag uit de boot valt, is het een noodzaak om present te zijn in de samenleving. De kerk dient naar buiten te gaan en naar de mensen toe te stappen. Met Emmanuel Van Lierde stellen we vast dat sociaal geëngageerde mensen een duidelijke meerwaarde zijn voor de kerk. 


Willy Bombeek, interdiocesaan coördinator Homoseksualiteit & geloof, onderstreept dat de kerk een veilige haven, een asielplek zou moeten zijn voor iedereen, ongeacht zijn of haar geaardheid. De kerk als een plaats waar we als zondaars mogen thuiskomen bij de Vader en waar we gemeenschap vormen met iedereen omdat elkeen een kind van God is. 

 

INZICHT
Altijd weer is er diaconaal pionierswerk nodig

“Ondanks de door de overheid geïnstitutionaliseerde sociale zekerheid en de officiële ontwikkelingssamenwerking zijn er nog altijd talrijke maatschappelijke problemen en menselijke noden waarop het politieke en administratieve beleid geen of onvoldoende antwoord geeft: armoede, het tekort aan woningen, de precaire situatie van mensen zonder papieren, de verdrukking van mensen in het Zuiden, de re-integratie van gevangenen, vrede door interreligieuze dialoog, de verrechtsing van de samenleving, enzovoort”, constateert Johan Verstraeten, voorzitter van het Netwerk Rechtvaardigheid en Vrede. 

Dat er nog altijd mensen uit de boot vallen van het bestaande hulpaanbod maakt dat maatschappelijk engagement voor deze kwetsbaren en verstotenen nodig blijft.

Het nodigt geëngageerde mensen uit om altijd weer oog te hebben voor wie in de marge van de samenleving belandt en voor de periferieën waarover paus Franciscus het zo vaak heeft. Het komt erop aan altijd weer de nieuwe noden en de nieuwe vormen van armoede te zien.

Hoe bereiken de kerk en de christenen mensen die vandaag uit de boot vallen?

Verslaving is net als armoede en ongelijkheid een blijvend fenomeen, al raken mensen soms aan nieuwe producten verslaafd. Er zijn alcohol, drugs, geneesmiddelen, gokspelen, porno,… Vaak is het een vlucht uit een samenleving of een situatie die voor mensen onleefbaar is geworden. Verder valt te denken aan aidspatiënten, aan vluchtelingen… En in toenemende mate is er ook de spirituele armoede, want hoeveel mensen zijn niet depressief, hebben een burn-out of pogen suïcide te plegen omdat ze zin en betekenis in het leven missen? In welke niches is vandaag diaconaal pionierswerk nodig?

Welk soort diaconaal werk heeft onze Vlaamse kerk en samenleving nu nodig?

Welke uitdagingen zien we (klimaatverandering, energiecrisis, kinderopvang…) en hoe spelen we erop in? Voelen we de urgentie aan van acute crisissen en durven we daar meteen nieuwe initiatieven voor uit te bouwen in plaats van bij het klassieke aanbod te blijven? Waartoe en voor wie zijn wij kerk?

Die vragen beantwoorden vereist ook dat de kerk naar buiten gaat en naar de mensen toestapt, dat ze aanwezig is waar het leven van de mensen zich afspeelt. Alleen zo kan de kerk de vragen, de noden en de uitdagingen van deze tijd ontdekken. Daarom blijft het belangrijk dat christenen en kerkelijke beroepskrachten deel hebben aan het sociale weefsel in hun buurt en contacten hebben in de maatschappij, ook omdat de aanpak van de maatschappelijke problemen best kan geschieden in samenwerking met andere partners, schouder aan schouder. Niet blijven hangen in het klassieke en bestaande diaconale aanbod (wat mogelijk door de vergrijzing en de krimp ook niet vol te houden is om alles te blijven doen en te blijven aanbieden wat we in het verleden deden en aanboden – ook dat dwingt om toekomstgerichte keuzes te maken), maar durven in te spelen op nieuwe noden, vereist een grote presentie in de samenleving. Anders is het niet mogelijk te zien wat er leeft, te oordelen wat nodig is en te handelen ten bate van wie vandaag uit de boot valt. 

Gelukkig zijn er nog altijd een indrukwekkend aantal vrijwilligers die zich met hart en ziel engageren voor gevangenen, vluchtelingen, daklozen, zieken, mensen in armoede, verslaafden, mensen met depressie enzovoort of die zorg dragen voor de schepping. Zij zoeken antwoorden op de schreeuw van de armen en van de aarde.

Samen vormen die vrijwilligers en hun organisaties het actieve middenveld dat weliswaar politiek onder druk staat, maar dat een levenskrachtige getuigenis blijft van de maatschappelijke relevantie van het evangelie.

Laten we trouwens niet vergeten dat zelfs in een verzorgingsstaat als de onze met een sterk uitgebouwde sociale zekerheid er nog altijd mensen zijn die uit de boot vallen. Onder meer de digitalisering bijvoorbeeld creëert vandaag nieuwe analfabeten, mensen die niet mee zijn op de digitale snelweg en daardoor kansen missen. Zelfs de meest rechtvaardige samenleving heeft nood aan liefde, omdat een leven zonder lijden en pijn niet bestaat.

Er zal altijd vraag zijn naar troost, liefdevolle aandacht, warme nabijheid en hoop. Niet de staat maar een medemens droogt je tranen en kan met je meelijden.

Gerechtigheid is nodig, maar volstaat niet. We willen ook liefde ervaren. “De mens leeft niet van brood alleen” (Deuteronomium 8, 3; Mattheüs 4, 4).

“Het is nodig aandacht te besteden aan nieuwe vormen van armoede en kwetsbaarheid waarin we worden opgeroepen de lijdende Christus te herkennen, ook al brengt dit ons schijnbaar geen tastbaar en onmiddellijk voordeel: daklozen, verslaafden, vluchtelingen, inheemse volkeren, bejaarden die steeds meer alleen en verlaten zijn enzovoort”, schrijft paus Franciscus in Evangelii Gaudium, nr. 210. Naast oog hebben voor wie uit de boot van de samenleving valt, moet de kerk ook oog hebben voor wie ze zelf bewust of onbewust uitsluit. Hoe weet ze in haar eigen midden ruimte te maken voor een weerbarstige diaconie tegenover bijvoorbeeld de slachtoffers van seksueel misbruik of de leden van de LGBTQ+-gemeenschap? Hoe kan de kerk hun wonden helen en voor hen die zich door haar uitgesloten of misbruikt weten, een moeder en een veldhospitaal worden? 18 dansend 600 (© pixabay)

 

GETUIGENIS
Naastenliefde volgens Willy Bombeek, interdiocesaan coördinator Homoseksualiteit & geloof

“Als ik ergens ga spreken of e-mails ontvang, dan duikt geregeld dezelfde reactie op. Mensen verwijzen naar de Bijbel, de catechismus of uitspraken van pausen om hun afwijzing voor wie of wat anders is, te onderbouwen: het mag niet en het kan niet, punt uit. Take it or leave it! Zo zet de verklaring Dignitas infinita van het Dicasterie voor de Geloofsleer (april 2024) volgens sommigen eindelijk nog eens de puntjes op de i over bijvoorbeeld transpersonen en geslachtsverandering. Vooral het taalgebruik van de kerkelijke leer kwetst mensen: denk aan ‘intrinsiek ongeordend’. Vergeet evenwel niet dat de katholieke kerk dan niet alleen homoseksuele daden afwijst, maar evengoed alle seks buiten het kerkelijke huwelijk.

Wie dat alles afkeurt, houdt niet veel over. Wil die dan een restkerk van ‘zuiveren’ die aan het hoge ideaal beantwoorden? Dat zal een kleine minderheid zijn.

Leven alle hetero’s volgens het boekje? Zijn ze kuis en mijden ze anticonceptie? Wie zich wapent met teksten uit de Bijbel of de catechismus, gedraagt zich als een strenge rechter die de letter van de wet toepast. Die vergeet dat je wetten moet interpreteren met het oog op het welzijn van de ander. Sommigen voelen zich blijkbaar onzeker als de leer niet zwart-wit is. Ook met hen moeten we het gesprek aangaan, evenwel vanuit getuigenis en in respect. 18 Willy Bombeek 600 (© WillyBombeek)

Je laat toch niet impulsief je geslacht veranderen? Je scheidt toch niet voor je plezier?

Achter zulke stappen zit veelal een lange worsteling en een persoonlijk verhaal. Daarmee wil ik geenszins zeggen dat de kerkelijke leer overboord moet worden gegooid. Die is essentieel en waardevol maar vraagt onderscheiding.

 

Kritisch in de spiegel kijken

Ik zie dat de doctrine kan functioneren als een instrument dat mensen uitsluit en drempels opwerpt. Dat slaat wonden. Hoe kunnen die geheeld worden? De doctrine kan niet zonder de pastoraal. Ze zijn een tandem. In dat spanningsveld ben ik werkzaam. Uit mijn ontmoetingen leer ik dat mensen erkenning zoeken. Ze willen gerespecteerd en aanvaard worden zoals ze zijn. Ze willen niet verbergen wie ze zijn. Ze willen zich niet beschaamd voelen. Ze willen erkend en gezien worden zonder meer. Dat lukt maar als je onbevooroordeeld naar mensen tracht te luisteren, door met hen en niet over hen te praten.

Dat is toch ook wat synodaliteit beoogt: dat we leren luisteren naar wie anders is, anders denkt of anders handelt dan wij?

Hebben de auteurs van Dignitas infinita voorafgaandelijk gesproken met mensen in deze of gene situatie waarover ze hun oordeel klaar hebben, met de betrokkenen zelf, hun ouders, de veldwerkers zoals zuster Jeannine Gramick? Wij zijn God niet. Het oordeel komt aan Hem toe, niet aan ons. Wie ben ik om anderen de les te spellen als ze zich gelukkig en ten volle mens voelen en evengoed werk maken van een duurzame liefdesrelatie? Laten we zoeken hoe we onze tent kunnen verruimen voor iedereen – naar het motto van het werkinstrument voor de synode van 2023, een citaat uit Jesaja 54, 1. De kerk moet allereerst zelf kritisch in de spiegel kijken. Ga zoals Jezus naar de mensen toe. Hij ging vooral naar de zwakkeren en de zondaars. Gelukkig doen heel veel van zijn bedienaars en religieuzen dat ook. De parabel van de barmhartige Samaritaan blijft daarbij richtinggevend. De priester en de leviet hadden hun heilige taak, ze wensten de religieuze structuren in stand te houden, maar daardoor liepen ze aan de mens voorbij. ‘Als de kerk niet dient, dient ze tot niets’, stelde bisschop Jacques Gaillot, maar wie het opneemt voor wie in de periferie verkeert, moet geen applaus verwachten. Integendeel, die wordt vaak zelf uitgespuwd.

Het is de rol van de kerk om profetisch te zijn door een stem te geven aan de stemlozen.

Daar betaal je vaak een zware prijs voor, maar ik vind dat leiderschap zich toont in het vooroplopen in de strijd voor de emancipatie en de bevrijding van mensen. Het is drempels die anderen verhinderen om erbij te horen, wegnemen in plaats van nieuwe hindernissen op te werpen. Paus Franciscus toont ons hoe dat kan. 

 

Allen zondaars

Ik ben geen theoloog, maar een pedagoog. Ik en mijn collega’s van de aanspreekpunten steken veel energie in het ontmoeten en beluisteren van mensen in een poging hun standpunt te begrijpen. Ik kijk als homo evengoed soms verbaasd op als ik sommige non-binaire personen ontmoet. Ik vraag hen eerst hoe ik hen moet aanspreken. Wie ben ik om te oordelen? Als homo heb ik zelf ook een heel proces doorlopen om mezelf te leren kennen en aanvaarden. Mijn leven is een gans andere richting uitgegaan dan ik in mijn jeugd gedroomd had en indien er een pilletje bestond om hetero te zijn, dan had ik dat meteen genomen om een leven met vrouw en kinderen te kunnen hebben. Ik voelde me lang in de periferie zitten. Ik ben niet ziek. Ik ben niet iemand om compassie mee te hebben.

Trouwens, bevinden we ons finaal niet allemaal op een of andere manier in de periferie? Heeft niet ieder van ons zijn demonen en idolen, zijn beperkingen en zonden?

De kerk zou een veilige haven, een safe space en een asielplek moeten zijn voor iedereen, de plaats waar we als zondaars mogen thuiskomen bij de Vader en waar we gemeenschap vormen met iedereen omdat elkeen een kind van God is. Dat is niet overal zo, met name in Afrika. Toen ik tijdens een audiëntie met denktank Logia paus Franciscus hoorde zeggen dat het onze roeping was om de stemlozen een stem te geven, was dat voor mij de reden om te zoeken wat er kon gebeuren rond de plaats van de gelovigen uit de lgbti+-gemeenschap en hun familie. Mijn huidige job is een van de resultaten daarvan.

Als je vooruitgang wilt boeken, moet je in gesprek gaan met de kerkleiders. Ik heb dat gedaan en ik had nooit verwacht dat het zulke grote gevolgen zou hebben.

Naast mezelf zijn er nu aanspreekpunten in alle Vlaamse bisdommen. We staan in voor pastorale zorg en begeleiding, en ook een gebedsmoment voor homoseksuele koppels die om Gods zegen vragen, is mogelijk. Dankzij de verklaring Fiducia Supplicans van het Dicasterie voor de Geloofsleer mogen wij nu spreken van een pastorale zegen van homokoppels. 18 mankoppel 600 (© pixabay AI Generated)

 

Pastoraal handelen

Paus Franciscus moedigt ons aan om minder vanuit de doctrine te denken en meer pastoraal te handelen. Ook al heeft hij de kerkelijke leer niet veranderd, hij verzet zich tegen de criminalisering van LGBTI+-personen – dat zie ik sommige politieke leiders zoals Vladimir Poetin, Donald Trump of Xi Jinping nog niet meteen doen – en hij bepleit een inclusieve, gastvrije kerk waar iedereen zich mag thuis voelen. De paus beschermt door zijn uitspraken levens! De kerk als moeder en veldhospitaal is er ‘para todos’. Hoe kunnen we zo’n gemeenschap opbouwen waartoe iedereen mag behoren?

Ik heb de waarheid niet in pacht, integendeel, ik heb zelf ook nog veel te leren en ben ook maar een mens.

Wat weet ik over transpersonen bijvoorbeeld? Ik kende hen niet en dus heb ik ze leren kennen. Zo aanhoorde ik een transman. Hij vertelde over het mooiste moment uit zijn leven: toen hij zijn borsten eindelijk kwijt was. Voor mij kwam dat gesprek echter op een ongelukkig moment omdat mijn zus net dan tegen borstkanker vocht. Zulke gesprekken vragen openheid. Telkens weer zijn het verhalen van mensen die zich vreemd voelen in hun lichaam en die daar van jongs af aan mee worstelen. Sommigen zijn gehuwd geweest en poogden om ‘normaal’ te zijn, om aan de normen te beantwoorden. Dat bracht soms drama’s teweeg bij de partners en de kinderen. Gelukkig ken ik verhalen waar de nieuwe context zijn plaats gekregen heeft dankzij de grote liefde voor elkaar.

 

Oordelen bijstellen

Het is echter juist door de ander vanuit zijn of haar kwetsbaarheid te beluisteren, diens worsteling met familie en geloof te aanhoren, dat jezelf je oordeel bijstelt. Hun getuigenis heeft mij veranderd, mij gevormd, alsook mijn spreken gewijzigd. Daarom is het belangrijk dat kerkleiders in gesprek gaan met mensen, zonder vooropgezette agenda, zodat het onbekende bekend wordt.

Laat mensen vertellen hoe ze in het leven staan, wat ze hebben meegemaakt, hoe ze geloven en wat ze van de kerk verwachten.

Beluister vooral ook ouders van kinderen die niet-hetero blijken te zijn. Als je zulke levensverhalen hoort, ga je zelf anders en met meer respect spreken. De anderen en hun kwetsbaarheid beluisteren, verandert en bekeert jou. Ook vorming is nodig: wat leren we van de menswetenschappen bijvoorbeeld? Kennis is nodig om fabeltjes en clichés te doorprikken. Vaak is er schroom om aan een bisschop je levensverhaal te vertellen, maar ook daar wil ik mensen aanmoedigen: durf te spreken tegenover kerkleiders, getuig zonder arrogantie of agressie. Hoe kunnen ze anders vertrouwd zijn met jouw realiteit? Hoe kunnen we anders samen op weg gaan, samen kerk opbouwen? 18 vrouwkoppel 600 (© pixabay)

 

Klanttevredenheid

Mij verbaast het trouwens dat de kerk niet in gesprek gaat met mensen die zich laten ‘ontdopen’. Waarom keren die mensen de kerk de rug toe? Wat kwetst hen of wat maakt dat ze zich bij ons niet thuis voelen? We zouden kunnen leren uit hun antwoorden, maar neen, er wordt gewoon akte genomen van hun verzoek om uitgeschreven te worden uit het doopregister. Dat is toch merkwaardig.

Elk managementhandboek adviseert bedrijven om te polsen naar de klanttevredenheid om na te gaan hoe die nog versterkt kan worden. De kerk doet dat niet.

Ze vraagt niet waarom gelovigen tevreden zijn of waarom anderen afhaken en wegblijven. Waarom wordt dat gesprek ontweken? Uit angst? Uit vooroordelen? Uiteraard vereist dat ook van de personen die zich laten ‘ontdopen’, de bereidheid om dat gesprek aan te gaan. De goodwill moet van twee kanten komen. Je kunt niet bijleren als je niet in dialoog gaat en geen feedback ontvangt. Uiteraard stel je je dan kwetsbaar op als je daarnaar vraagt en je loopt het risico boze reacties en verwijten te krijgen. Maar dan nog moet je daar dankbaar voor zijn dat die mensen hun mening geven en poog toch verbinding te zoeken, een punt waarin je elkaar kunt vinden. Ik vang signalen op van bisschoppen die mensen uitnodigen om het gesprek aan te gaan. Dat is hoopgevend.

 

Kom uit je comfortzone

Wie resoluut kiest voor ontmoeting en dialoog, vertrekt vanuit diaconale attitudes: die heeft empathie en is bereid op mensen toe te stappen. Die zet zijn deur voor de ander open en is gastvrij, maar dat is niet voldoende. Je moet niet wachten tot mensen naar jou toekomen, je moet zelf naar de anderen toestappen. Sluit je niet op met gelijkgezinden – dat is gemakkelijk natuurlijk – maar kom uit je comfortzone.

Gaan wij als gelovigen naar wie anders is? En hoe benaderen wie die ander?

Als je luistert, maar tot slot stelt dat die persoon zich wel aan de doctrine moet houden… Tja, dan staat je deur open, maar je laat de ander toch niet binnen. Heeft die LGBTI+-persoon geen plaats binnen kerk? Velen van hen worstelen zodanig dat ze eraan kapotgaan, diepongelukkig zijn en soms tot zelfdoding overgaan. De Vlaamse bisschoppen hebben daar in hun document van 20 september 2022 aandacht voor, in de geest van de exhortatie Amoris Laetitia. Voor mij is het cruciaal hoe die mensen in het leven staan en hoe ze zich tot anderen verhouden. Niet hun kenmerken zijn voor mij dominant, wel hun ingesteldheid. Omgekeerd moedig ik LGBTI+-personen aan zelf barmhartig en begripvol te zijn met wie het moeilijk heeft met hun zijn. Geef hen tijd en heb geduld om het te kunnen plaatsen. Wat de ouders betreft, is de coming out van hun kind ook hun coming out naar hun familie en vrienden. Dat vraagt tijd. Aan die ouders vraag ik om in dialoog te blijven met hun kind. Dat ze het er soms moeilijk mee hebben, is normaal. Het is een teken van hun bezorgdheid. Ze hebben terechte vragen en twijfels. Ze vrezen discriminatie. Maar ouders moeten beseffen dat het een drama is als een kind niet kan thuiskomen met zijn of haar verhaal. Het welbevinden van hun kind begint thuis. 18 opstraat 600 (© pixabay)

Als je om een ander geeft en die werkelijk nabij wil zijn, krijg je veel dankbaarheid en erkentelijkheid terug. Dat wordt zelden in de verf gezet, maar het maakt beide partijen gelukkig.

Vertrekpunt voor mij is het besef dat elke mens een kind van God is en dat we in het gelaat van de ander Christus mogen ontmoeten.

Van daaruit wil ik iedereen de hand reiken, zonder iets op te dringen, zonder eigen agenda of verwachtingen. Getuigen zonder te overtuigen, vanuit een grote hoop dat we zo timmeren aan meer menselijkheid. Daar gebeurt iets dat voor de gemeenschapsopbouw van onschatbare waarde is en een immense return biedt: het draagt bij aan het geluk en het welzijn van alle partijen in plaats van vijandschap en angst te cultiveren. Fratelli Tutti: er is nog werk aan de winkel om allen broeders en zusters te worden. Ik ben de Vlaamse bisschoppen dankbaar dat ik met mijn collega’s van de aanspreekpunten daaraan mag werken.”

 

VERWERKINGSVRAGEN

  • Wat verrast jou in het getuigenis van Willy Bombeek? Wat is voor jou een eye-opener?
  • De kerk wil inclusief zijn. Ze is er voor alle mensen. Toch voelen sommigen zich door haar uitgesloten. Hoe komt dat volgens jou? Wat kunnen daarvan de oorzaken zijn? Welke uitsluitingsmechanismen zie jij in de kerk aan het werk?
  • Hoe kijk je zelf aan tegen de kerkelijke leer inzake huwelijk, relaties en seksualiteit? Met welke klemtonen ga je akkoord en wat zou je eventueel graag veranderd zien?
  • Hoe kunnen volgens jou doctrine en pastoraal samengaan? Waar zie jij spanningen opduiken en waar zie je kansen om die spanningen uit te houden of te verzoenen?
  • Vaak gaat het over de letter en de geest van de wet of van een leerstellig document. Wat wordt er met die letter en die geest bedoeld? Waar ligt volgens jou het verschil?
  • Hoe kan er volgens jou meer recht gedaan worden aan alle mensen? Hoe kan er nog meer ingezet worden op ieders emancipatie en bevrijding?
  • Wanneer of waar heb jij soms het gevoel je in de periferie te bevinden? Zijn er momenten waarop jij vormen van uitsluiting ervaart of waar jij je niet ten volle opgenomen voelt in een bepaalde groep of gemeenschap? Waardoor komt dat?

 

regenboog mensen 666 300 (© pixabay)


Clipboard01

Reeks over 'naastenliefde'

In deze reeks rond de christelijke naastenliefde, barmhartigheid en solidariteit brengt theoloog Emmanuel Van Lierde (vrijwillig wetenschappelijk medewerker van de faculteit Theologie & Religiewetenschappen, KU Leuven) telkens een kleine duiding, waarna een getuigenis volgt.

Dankzij de verwerkingsvragen aan het einde kunt u individueel of in groep verder reflecteren over de eigenheid van de christelijke naastenliefde.

Bovenal wil de reeks u inspiratie bieden voor uw persoonlijk geloof en uw engagementen.

BroederlijkDelen logoNEW FullColorWeb 160px logocaritas 110px Caritas int be cmyk 110px Afbeelding7 orbit2 paxchristi present logo 110 180228 LogoWZS 120px wzz logo vzw 200px