Nederigheid siert de dienstbare mens. Met Emmanuel Van Lierde ontdekken we hoe een christen die – in Jezus’ voetsporen – dienstbaar in het leven wil staan, vandaag tegen de stroom van zelfgenoegzaamheid in moet roeien. Brengt een cultuur waarin zelfbeschikking centraal staat, de mensheid wereldwijd dichter bij integrale ontwikkeling voor én de aarde én de arme?
Bij Present legt Jolien Jaspers, algemene coördinator Present vzw, uit dat vrijwillig engagement gelukkig maakt, hoe je nieuwe vrijwilligers kan werven en waarom het belangrijk is dat vrijwilligerswerk onbezoldigd is en blijft.
INZICHT
Anderen gelukkig maken
Nederigheid vormt samen met de beschikbaarheid de grondhoudingen van de dienstbare mens. Beseffen dat je niet alles aan jezelf te danken hebt in het leven, maar veel gekregen hebt van anderen, zet bovendien aan tot dankbaarheid. Deemoed en dankbaarheid gaan hand in hand. De confrontatie met de broosheid en de kwetsuren van anderen, stemt je bovendien bescheiden en doet je je eigen broosheid en kwetsbaarheid beseffen, al kunnen we evengoed stoten op het eigen egoïsme en de weigering om solidair te zijn – wat dan weer onze barmhartigheid en verzoeningsgerichtheid kan bevorderen jegens onszelf en jegens de ander.
De zelfaanvaarding en het verzoend zijn met mijn eigen ‘armoede’ maken dat ik de armoede van anderen kan omarmen in plaats van mij eraan te ergeren of me ervan af te keren.
Nederigheid is ook geboden om te beseffen dat ik nooit in de schoenen van een ander kan gaan staan. Het lijden is hoogst individueel en het werpt iemand terug op zichzelf. Hoe empathisch ik ook mag zijn, ik kan nooit ten volle de ander zijn pijn voelen. Wie denkt zich met gemak te kunnen verplaatsen in de miserie van een ander, maakt die ander monddood. Waarom zou die nog geneigd zijn bij hem op verhaal te komen, als hij toch al denkt te weten hoe het voelt en hoe het is. Er is een eenzaamheid die niet te overbruggen valt, hoezeer we dat ook zouden willen. Het vraagt een deemoedige houding om daarmee om te gaan en de ander in zijn waardigheid te respecteren op die momenten dat de nood het hoogst is. En tegelijk is juist mijn nabijheid en oprecht medelijden in die momenten een balsem op de wonde. Hiermee is gezegd dat betutteling en bevoogding vermeden dienen te worden. Al is er altijd een asymmetrische relatie tussen de hulpbehoevende en de hulpverlener:
- de hulpbehoevende is aangewezen op hulp en “vraagt” daarom; dat te moeten doen, brengt hem in verlegenheid en wekt ook schrik niet (correct) geholpen te worden,
- de hulpverlener mag zich niet verheffen boven de ander; als ook de hulpverlener zijn kwetsbaarheid erkent, kan alsnog een wederkerigheid ontstaan en zal de zorgrelatie voor beiden een verrijking zijn,
Hulpvrager en hulpverlener hebben elkaar iets te bieden.
Nog een stap verder dan de nederigheid staat tegenover de hoogmoed de zelfverloochening en de zelfontlediging (kenosis). Mijn ego is mijn grootste vijand. Ware liefde vereist een grondhouding van decentralisering van zichzelf.
Hoe zou ik op anderen bedacht kunnen zijn, als ik alleen bekommerd ben om mezelf, als ik zelf de grootste en de mooiste, de sterkste, de rijkste en de beste wil zijn?
Zo’n zelfgenoegzaamheid ontneemt anderen elke ademruimte, maar ook zichzelf, want het zet een rem op de ware zelfontplooiing. De na-ijver en de jalousie tussen mensen creëren alleen valse verlangens (ik wil zaken die ik eigenlijk niet nodig heb), schaarste (er is nooit genoeg), frustraties (omdat de ander heeft wat ik niet heb) en geweld (desnoods wil je met macht zaken veroveren). Maar steeds meer hebben maakt niet gelukkig, integendeel, het laat je achter met een onverzadigbaar en dus onbevredigd gevoel. Die negatieve spiraal valt maar te doorbreken vanuit een armoede van geest, een innerlijke vrijheid tegenover bezit, eer en macht. Pas dan kun je je wenden tot de ander en jezelf geven. Die zelfgave behelst geen zelfhaat, hoegenaamd niet. Maar toch bestaat de liefde er vooral in dat ze zich wil geven en zich uitstrekt naar de ander(en). Dat maakt dat niet ikzelf in het centrum sta, maar diegene(n) naar wie de liefde uitgaat.
Als het christendom haaks staat op de huidige tijdgeest en cultuur, heeft dat wellicht ook te maken met het excentrieke karakter van de naastenliefde.
Niet met zichzelf begaan zijn botst immers met alle huidige aanbevelingen rond zelfontplooiing, zelfbeschikking en autonomie. In een cultuur van individualisme, zelfredzaamheid en prestaties moet je opkomen voor jezelf en steeds meer jezelf zijn. Je eigenbelang primeert. Het leven draait niet om anderen gelukkig maken maar om zelf gelukkig zijn. Christenen daarentegen zijn niet om hun eigen geluk bekommerd, maar om dat van anderen. Vanuit een nederige houding achten ze de anderen hoger dan zichzelf. In navolging van Christus willen ze dienstbaar in het leven staan.
Eigentijdser verwoord: de cruciale vraag is of we onze medemensen zien als concurrenten dan wel als naasten. De huidige neoliberale markteconomie wil ons doen geloven dat de ander een concurrent is die in de weg staat van onze zelfontplooiing en vrijheid. Dat kapitalistisch systeem wil ons doen geloven dat alles koopbaar en maakbaar is, maar ondertussen is die mythe bij herhaling doorgeprikt, hoewel we van dat groeimodel van altijd maar meer geen afstand schijnen te kunnen nemen. Is het echt langs deze weg dat integrale menselijke ontwikkeling en duurzame vooruitgang tot stand komen? Het christendom meent van niet omdat op die manier geen recht wordt gedaan aan de armen en de aarde.
Als de concurrentiestrijd, het winstbejag en het eigenbelang verder doorgezet worden, gaan we collectief ten onder.
De coronapandemie, de klimaatverandering, de oorlogen en zoveel andere crisissen leren ons dat het tijd is om de ander en de aarde als onze naaste te beschouwen. Die boodschap is actueler dan ooit, want zonder collectieve solidariteit en broederlijkheid kunnen we de grote uitdagingen van onze wereld niet de baas. De radicaliteit van het christendom voor onze tijd bestaat er onder meer in dat het uitgaat van een ander mensbeeld en daarmee de omkering van alle waarden bewerkt omdat je niet jezelf maar de ander centraal stelt. Hoever staat onze westerse tijdgeest niet af van de kloosteridealen van gehoorzaamheid, kuisheid en armoede, of om die in een modern jasje te gieten: van stilte, solidariteit en soberheid?
In zijn bekende Hooglied van de liefde (1 Korintiërs 13) somt Paulus de kenmerken van de goddelijke liefde op. Naast bescheidenheid en nederigheid wordt die liefde getypeerd door geduld, mildheid en verdraagzaamheid. Dat zijn eigenschappen die eveneens sterk tegen de tijdgeest ingaan. De consumptiecultuur creëert ongeduld en wil dat alles vlugger gaat. We hebben geen geduld meer en we verdragen niet dat de ander een andere kijk of visie op nahoudt. Veel te snel schrijven we anderen af en geven we hen geen kansen meer. We vinden dat we al genoeg geduld gehad hebben. We vinden onszelf beslist zeer tolerant… Zou weinig geduld hebben niet vooral een gebrek aan liefde kunnen zijn?
Misschien schetsen we de dingen hier te zwart-wit, alsof mensen elkaar ofwel puur als vijanden zien (als concurrenten, als wolven die elkaar levend verslinden – homo homini lupus – zoals Thomas Hobbes stelde in zijn boek Leviathan van 1651), ofwel louter gericht zijn op goedheid (elkaars hoeders en bondgenoten zijn). Misschien is het niet of-of, maar en-en.
Soms wordt ons gedrag gestuurd door eigenbelang, dan weer stellen we daden van liefde.
Soms zijn we uit op onze eigen behoeftebevrediging, dan weer willen we allereerst het geluk van de ander bewerken. Soms zijn we egoïstisch, dan weer altruïstisch. We verkeren altijd in het spanningsveld tussen eigenbelang en generositeit. Goed en kwaad steken in elke mens en ook instellingen kennen hun dubbelzinnigheid, want door toenemende bureaucratisering kunnen de oorspronkelijk goede doelstellingen toch verzanden in onmenselijke systemen die geen oog meer hebben voor de concrete mens, in het bijzonder de meest kwetsbare.
GETUIGENIS
Naastenliefde volgens Jolien Jaspers, algemene coördinator Present vzw
“In 2023 mocht Present zijn zestigste verjaardag vieren. Als een organisatie zolang bestaat, toont dat aan dat het een belangrijke maatschappelijke rol vervult. En toch zijn we misschien niet bij het grote publiek bekend. Wat doet Present en hoe zijn we ontstaan? In 1963 begint ons verhaal onder de naam Caritas Gemeenschapsdienst. Onze organisatie die vrijwilligerswerk in de zorg organiseert, ontstond in de schoot van het Verbond van verzorgingsinstellingen (VVI) binnen de grote koepel van Caritas Catholica. Het VVI lag aan de basis van wat vandaag Zorgnet-Icuro is. Maar terug naar ons verhaal. Het initiatief voor Caritas Gemeenschapsdienst kwam van een Brusselse priester. Zijn doel was jonge mensen aan te moedigen tot vrijwilligerswerk in ziekenhuizen om het tekort aan verpleegkundigen op te vangen. Vanuit een warmmenselijke benadering zouden die vrijwilligers een luisterend oor bieden aan patiënten. De werking zou zich snel uitbreiden over alle Vlaamse provincies en naar andere sectoren zoals de ouderenzorg, de psychiatrische zorg en de zorg voor mensen met een beperking. In 2022 voegden we er nog de kinderdagverblijven aan toe waar vrijwilligers eveneens de allerkleinsten kunnen bijstaan en aandacht geven. Voor jongeren hadden we sinds de jaren 1980 een formule waarbij ze in een zorgvoorziening op kamp konden gaan.
Aanwezigheid als geschenk
In 2007 werd onze naam omgedoopt tot Present Caritas Vrijwilligerswerk, maar we spreken kortweg over Present. De baseline luidt: ‘Jouw aanwezigheid, een geschenk!’ Het woord ‘gemeenschapsdienst’ uit onze oude naam werd te veel geassocieerd met een alternatieve werkstraf of met de alternatieve legerdienst en niet met vrijwilligerswerk. We deden een oproep bij onze vrijwilligers om nieuwe namen te suggereren. Presentie is aanwezigheid bij de ander en die nabijheid met een luisterend oor is voor de zorgbehoevende ander een geschenk, een presentje. Present werkt vandaag samen met een 150 zorg- en welzijnsvoorzieningen in Vlaanderen en Brussel, goed voor 4.500 vrijwilligers. Onze vzw behartigt de belangen van die vrijwilligers, zorgt voor een goede verzekering, organiseert heel wat vormingen, toont onze waardering via ontmoetingsfeesten en bezorgt hen het tijdschrift Vitamine C boordevol inspiratie. Elke voorziening heeft ter plaatse een verantwoordelijke voor de vrijwilligers. Vooral hen wil Present ondersteunen om hun werking duurzaam uit te bouwen en nieuwe vrijwilligers te rekruteren.
Gelukservaring
Hoe werf je nieuwe vrijwilligers? Allereerst door ervoor te zorgen dat je een aantrekkelijke organisatie bent waar vrijwilligers welkom zijn en ruimte krijgen. Maak dat bijvoorbeeld bij een opendeurdag de vrijwilligers zichtbaar zijn. Beschouw hen echt als volwaardige medewerkers en toon wat zij doen en bereiken. Op je website, via je sociale media, in een nieuwsbrief of in de inkomhal kunnen verhalen en foto’s van je vrijwilligers gedeeld worden. Je kan vacatures maken en die op vrijwilligerswerk.be plaatsen of verspreiden via sociale media. Present biedt daartoe promotiemateriaal aan en zorgt voor folders op maat als we daartoe de inhoudelijke input krijgen. Sinds de jaren 1995 stijgt ons aantal vrijwilligers voortdurend, behalve dan in de coronajaren. Dat betekent dat zorgvoorzieningen hun aantal vrijwilligers minstens stabiel weten te houden of een groei realiseren. Veel hangt af van de ruimte die de vrijwilligersverantwoordelijke krijgt. We streven naar meer erkenning voor die functie, die nu te vaak onderschat wordt.
De toename van het aantal vrijwilligers bewijst ook dat je inzetten voor een ander niet uit de tijd is. Zorgen voor elkaar is het mooiste wat er is.
Wil je het verschil maken? Wil je impact hebben? Wil je iemand anders een mooi moment bezorgen? Word dan vrijwilliger. Je geeft een stukje van jezelf, maar je krijgt daar zoveel voor terug. Het geeft ook jou een goed gevoel omdat je beseft dat je je nuttig maakt. Er is een grote wederkerigheid, beide partijen worden er beter van. Je helpt de ander en maakt die blij, maar je wordt er ook zelf gelukkig van en het vergroot meteen jouw netwerk. Engagement is cruciaal voor een warme samenleving. Hoe anders zou de wereld eruitzien zonder vrijwilligers. Zij creëren zo’n meerwaarde en geven aandacht aan al wie het zo hard nodig heeft.
Ons Hilde
Wie is vandaag vooral onze vrijwilliger in de zorg? Bij Present spreken we wel eens over ‘ons Hilde’ als we ons willen verplaatsen in de vrijwilliger, want 68,4 procent is vrouw. Zelden heeft onze vrijwilliger een migratieachtergrond en het betreft vooral gepensioneerden tussen 60 en 75 jaar. De vergrijzing onder vrijwilligers is zeker een feit. Tegelijk is het niet onlogisch dat het vaak gepensioneerden zijn die zich engageren in zorgvoorzieningen waar de activiteiten overdag plaatsvinden. Wie pas met pensioen is, wil vaak het zwarte gat tegengaan of ze vinden dat ze zelf in hun leven veel gekregen hebben en willen nu iets terugdoen. Vaak kennen ze de plek waar ze vrijwilliger willen worden omdat een familielid er zorg krijgt. Er zijn natuurlijk ook mensen die door ziekte niet meer kunnen werken en daarom vrijwilligerswerk opnemen of studenten die naast hun studies een engagement opnemen om extra ervaring op te doen. We hebben geen zicht op het opleidingsniveau van onze vrijwilligers. Uit onderzoek blijkt wel dat hoogopgeleide mensen vaker aan vrijwilligerswerk doen. Er is helaas weinig etnische diversiteit in onze vrijwilligersgroep terug te vinden. Wellicht zijn Present en de zorgvoorzieningen niet voldoende toegankelijk voor deze doelgroep. In andere culturen worden zorgbehoevende ouderen meer opgevangen in familiekring. Ze opteren zelden voor een woonzorgcentrum. Dat maakt natuurlijk ook dat ze er geen vrijwilligerswerk doen. Een andere vaststelling is de afname van langdurig en trouw engagement bij één organisatie.
De vrijwilliger van morgen zal zich veeleer kortstondig inzetten en afwisselen tussen diverse engagementen die bij hem passen.
Bij ons project ‘Dromenvangers’ zoeken vrijwilligers een specifieke droom van een zorgvrager te realiseren. Daarmee spelen we eigenlijk in op kortstondige engagementen, waar je eenmalig kan helpen om zo’n droom in vervulling te laten gaan.
Personeelstekort
In de tweede helft van de jaren 1970 deed zich in onze organisatie een belangrijke verschuiving voor. Ik vertelde al dat oorspronkelijk ons vrijwilligerswerk het personeelstekort in de zorgsector wou opvangen, maar die verzorgende taken werden vanaf 1975 afgebouwd zodat vrijwilligers ondersteunend konden werken door aandacht te schenken aan de mens achter de zorgvraag. Voortaan namen ze vooral nieuwe taken op zoals maaltijdbegeleiding, vervoer, hulp bij animatie… Terzijde: een vrijwilliger hoeft niet altijd een typisch bestaande taak in te vullen zoals helpen in de cafetaria. Er is zoveel meer mogelijk. Vraag naar de talenten van de vrijwilliger en zoek of die op basis daarvan iets kan doen: de onthaalruimte versieren, portretten van bewoners maken, in de tuin werken, een leesclub verzorgen… Wat je graag doet, hou je langer vol.
Vandaag is er net zoals in onze beginjaren opnieuw een nijpend personeelstekort in de zorg en daardoor zou zich dus de omgekeerde tendens kunnen voordoen: dat vrijwilligers en mantelzorgers ingeschakeld worden om die leemtes op te vullen. Vrijwilligers ageren aanvullend en niet vervangend tegenover het personeel.
Het risico is vandaag niet denkbeeldig dat ze inspringen en opnieuw zorgtaken opnemen, maar daar staat Present niet achter.
Ons doel is presentie, liefdevolle nabijheid. We willen geen pleister op de wonde zijn van een falend systeem. Als dat wel structureel het geval wordt, zullen we dat politiek moeten aankaarten. Nu doen we vooral aan belangenbehartiging voor de vrijwilligers via andere koepels zoals het Steunpunt vrijwilligerswerk of het Vlaams Welzijnsverbond, maar misschien komt het punt waarop we zelf op de barricaden moeten gaan staan.
Non-profit
Onze stichters hadden beslist een religieuze bewogenheid en vanuit onze geschiedenis zijn we vooral actief in de katholieke zorgsector, maar we staan open voor alle non-profitvoorzieningen. Commerciële instellingen komen in principe niet in aanmerking. Wettelijk mag je immers geen vrijwilligerswerk doen in de commerciële sector. Je zou de winst van die instanties kunnen opdrijven door gratis werk te verrichten bij hen, dat eigenlijk door betaalde krachten dient te gebeuren. Vaak hebben commerciële woonzorgcentra een eigen vzw voor hun vrijwilligers opgericht en omzeilen zo die regelgeving. We trachten toch die grens te bewaken en werken daarom niet met commerciële zorggroepen.
Vrijwilligerswerk is voor ons principieel onbezoldigd, zoals het ook in de wet staat. Een terugbetaling van kosten en kilometers kan uiteraard wel en dat moedigen we aan, maar een soort verloning geven kan niet.
Je doet vrijwilligerswerk omdat je het graag doet, van harte, en niet om het geld. Dat het uit je hart komt, is juist het mooie eraan.
De neoliberale logica’s dringen al overal binnen. Daarom is het goed de wet op het vrijwilligerswerk puur te houden en zo te wijzen op de generositeit en de warmmenselijkheid die ook nog altijd bestaan. Niet alles moet opbrengen in het leven. Als je om de tekorten in de zorg op te vangen extra mensen wilt aantrekken met vergoedingen, moeten daar andere wegen voor benut worden zoals flexijobs.
Als je vrijwilligers verloont, zet je de spontane solidariteit volledig op het spel.
Zo werden de vrijwilligers in de vaccinatiecentra tijdens de Covidpandemie vergoed en het plafond van de verloning werd toen verhoogd. Daarna gaan die mensen verwachten dat ze overal betaald zullen worden als ze een engagement opnemen. Je zet daarmee een toon dat als je iets doet, je daar beloond voor moet worden. Dat is een gevaarlijke tendens. Zo maak je dat mensen niets meer willen doen als ze er niet voor betaald worden. Ik ben er zeker van dat mensen zich ook zonder die vergoeding aangeboden zouden hebben om te helpen bij de vaccinaties: uit pure medemenselijkheid en vanuit het besef van de grote nood die er toen was. Ik vond dat een gemiste kans.
Palliatieve zorg
In onze communicatie komt de christelijke inspiratie niet meer aan bod, al steekt die toch in ons DNA. Naar de buitenwereld toe nemen we een neutrale positie in omdat we iedereen willen bereiken die vanuit nabijheid en liefde iets wil doen voor anderen. Bij sollicitaties voor stafmedewerkers polsen we wel of er een openheid is voor het christelijke DNA omdat een regionale vergadering al wel eens kan starten met een bezinningstekst. We steken onze geschiedenis niet weg en met bezinningsteksten zoeken we toch een openheid naar een andere dimensie te creëren. De jongere generatie zoekt daarbij naar zingeving en spiritualiteit in de ruimere zin.
Eigenlijk hebben we geen zicht op het levensbeschouwelijke profiel van onze vrijwilligers. Ik denk dat het christelijke geloof vooral bij de ‘oervrijwilligers’ een rol speelt. Ik doel daarmee op de stille krachten die tegelijk in diverse verenigingen geëngageerd zijn. Naast Present zijn ze actief bij Samana, in de parochie of bij de voedselbank. Die bezige bijen putten mogelijks inspiratie uit hun geloof om anderen te helpen.
Zelden geeft iemand aan dat hij of zij vanuit het geloof vrijwilligerswerk wil doen.
Bij onze vrijwilligers in palliatieve eenheden komt geloof en zingeving misschien het vaakst ter sprake. In 1990 ontstond de eerste palliatieve eenheid in ons land. Het palliatieve zorgmodel beschouwt vrijwilligers als een noodzakelijke steunpilaar. Caritas Gemeenschapsdienst stond meteen op de barricaden voor de uitbouw van de palliatieve zorg in ons land en ontwikkelde in grote mate mee de inhoudelijke taak van de vrijwilligers bij die specifieke levenseindezorg. Je geloof kan je een referentiekader bieden om je inzet een plaats te geven en om te kunnen omgaan met lijden en dood.
Ik zie dat wie zich inzet voor stervenden of zwaar zieken soms boeken leest rond filosofie, ethiek en zingeving inzake leven en dood. Ze zoeken bewust achtergrond en verdieping.
Als vrijwilliger moet je er natuurlijk over waken dat je je geloof niet opdringt aan de zorgvrager. Uiteraard kan er aan het ziek- of sterfbed een geloofsgesprek ontkiemen, maar je bent daar niet om de ander jouw visie op te dringen.”
VERWERKINGSVRAGEN
- Wat typeert volgens jou de dienstbare mens?
- Er worden diverse deugden opgesomd in de analyse. Over welke deugden gaat het allemaal? Herken je die bij jezelf? Wat maakt de beleving van die deugden moeilijk? Waarom worstel je er soms mee? Hoe kunnen ze bevorderd worden?
- Hoe hangen anderen gelukkig maken en zelf gelukkig zijn samen? Hoe word je gelukkig? Wat maakt jou gelukkig?
- Wat zijn volgens jou de kenmerken van onze neoliberale tijdgeest? Hoe verschillen die van de christelijke opvattingen?
- Waar ligt voor jou de eigenheid van het vrijwilligerswerk? Waarom is en blijft vrijwillige inzet zo belangrijk in een samenleving?